Focquenbroch. Bloemlezing uit zijn lyriek(1946)–Willem G. van Focquenbroch, Willem Frederik Hermans– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 52] [p. 52] Reekening Van gedane visitatie aan Mejuffer N.N. in haar ziekte. Myn min, die 't Dokterschap door lang by by te woonen, Al heeft vry meesterlyk geleert, Heeft in uw ziekte, o overschoone! U vijf, zes maal gevisiteert. Het loon, het geen hy eyst, nu dat gy zyt geneezen Van dees uwe innerlvke smart, Zal, zo gy wild, alleen maar weezen Een duimbreeds plaatsjen in uw hart. Doch wyl hy zich niet durft op goet geloof verlaten, Mits de patienten in 't gemeyn De Dokters als de duivel haten, Zo draa zy slechts geneezen zyn. Zo wil hy (om daar in voortaan gerust te leeven) Dat gy my zult, voor elk visiet, Tot zekerheid zes kusjes geeven, En meer betaling wil hy niet. Vorige Volgende