Aftitelen
Altijd opnieuw heb ik enige moeite om uit de televisieskripts waarover ik beschik, die vraaggesprekken te kiezen waarmee een zo goed mogelijk boek is samen te stellen. Waarom die en die niet, want van iemand die gastvrouw of gastheer was in Ten huize van en 50 minuten dure televisie kreeg, mag men uiteraard aannemen dat zij of hij een heleboel in de mars had. Die bedenking brengt er mij toe nog eens te beklemtonen dat, als deze interviews enige waarde hebben, het duidelijk de verdienste is van de bezochte prominent, die altijd zijn eigen merk gaf aan het gesprek. Ik ben daarbij altijd maar gewoon een tussenpersoon geweest, die als bezoeker de doorsneekijker vertegenwoordigde en die vragen probeerde te stellen die de niet-specialist kijker (of lezer) wellicht ook zou hebben gesteld.
Er zijn altijd diverse redenen van aktualiteit of afwisseling die bij de samenstelling spelen, maar het resultaat zie je zelf maar als het boek klaar is. Zo heb ik bij deel XI maar achteraf vastgesteld dat er op de zeven interviews vier van Nederlanders waren, wat mij trouwens door sommigen euvel werd geduid. Ik stel vast dat in dit twaalfde deel de Vlaamse inslag weer gevoelig sterker is. Ik heb het er niet om gedaan, maar hiermee kunnen er weer anderen mij iets ten laste leggen.
Voor hen die daar interesse voor zouden hebben, signaleer ik graag dat er met de negen vraaggesprekken in dit twaalfde deel 117 interviews zijn gepubliceerd van de 197 die er (in februari 1976) bestonden. Dat betekent dus dat ik op dit ogenblik 80 interviews niet gedrukt kreeg. Ik reken daar in de toekomst nog wat aan te kunnen doen, al was het maar om de bestaande dokumentatie voor geïnteresseerden bereikbaar te stellen.
Om toe te lichten welke waarde men aan deze informatie mag hechten, vermeld ik nog dat al de negen prominenten