Aftitelen
In de vorige delen van deze reeks heb ik er in het voorwoord ten overvloede op gewezen hoe ik deze televisiegesprekken opvat. Het is mij er om te doen een zo goed gestoffeerd mogelijk beeld van de bezochte prominent op het scherm te brengen en het is mij daarbij een konstante zorg de geportretteerde tot zijn recht te laten komen. Ik streef er dus helemaal niet naar de geïnterviewde te laten zeggen wat ik vind dat hij eigenlijk zou moeten zeggen, - en hiermee plagieer ik een uitspraak van dr. Knuvelder.
Het lijkt mij in dit soort uitzendingen mijn taak te zijn zoyeel mogelijk informatie te bezorgen, die daardoor al enige waarde krijgt omdat ze aan de bron wordt opgevangen. Ik probeer geen enkel controversieel tema uit de weg te gaan maar doorgaans kan ik er geen tijd voor maken zo een controverse tot op het been af te vlezen. Indien ik het wel zou doen, zou ik, naar mijn gevoelen, het programma ontwrichten. Facetten die aan de aktualiteit zijn gebonden, probeer ik op te vangen maar dan niet zo dat ze vroegere prestaties volledig in de schaduw laten. Het is mij om de hele mens te doen. Voor strijdvragen bestaan er andere uitzendingen, waarin over het betwiste punt of over één bepaalde gebeurtenis grondig kan worden gediskussieerd. Verder dient er ook rekening te worden gehouden met het feit dat het niet mogelijk is in vijftig minuten alles gezegd te krijgen, wat trouwens bij de filmopname van deze gesprekken konstant wordt bewezen: ik kom geregeld met 2 à 3 uur film thuis.
Er staan in dit boek zes recente interviews en drie die van vroegere datum zijn. Het kan voor de geïnteresseerde lezer interessant zijn eens na te gaan hoe zo een gesprek werd opgevat toen met deze reeks werd gestart (Baron Ryelandt b.v. is van 1959 en was nr. 21 in de reeks). Daarbij was het ook een poging om de informatie, die ook in deze oudere