film. Hij gaf me zelfs tips om op bepaalde plaatsen te gaan filmen en vernam verrast dat ik, met de hulp van Jan Verroken, nog twee asten in werking had ontdekt. Ik vond toen ook enkele prominenten bereid zich over een bepaald boek van Streuvels uit te spreken en die getuigenissen heb ik van de klankband genoteerd en staan in dit boek afgedrukt. Vooral het waarderend oordeel dat Hugo Claus toen, in 1961, over ‘De oogst’ en de auteur heeft uitgesproken, heeft Streuvels enorm veel genoegen gedaan. Stijn Streuvels was toen niet direkt in de mode en Claus maakte in een zin duidelijk dat hij het autentieke schrijversschap van Streuvels had onderkend.
Toen Streuvels in 1966 dan 95 jaar werd heb ik de film grondig herwerkt en met nieuwe elementen aangevuld. Streuvels was dat jaar bijzonder monter en opgewekt en andermaal kreeg ik de grootste vrijheid om op Het Lijsternest te filmen, een vrijheid waarvan ik ampel gebruik heb gemaakt. Streuvels speelde trouwens het spel mee zonder er de dupe van te zijn. Hij deed alsof hij sommige dingen niet zag en gaf kwasi onschuldig aanwijzingen om sommige dingen in huis, die ons waren ontgaan, te filmen.
De tekst die in dit boek staat afgedrukt, is de verder uitgewerkte script voor de Streuvelsfilm van 1966, vandaag dan nog rijkelijk aangevuld met een reeks getuigenissen, een autentiek stuk interview en brieffragmenten, die me in dit kader een nuttige aanvulling leken te zijn. De tekst van de andere interviews is dezelfde als in de eerste druk.
Annie van Avermaet en Fons Fraeters waren mij behulpzaam bij het persklaar maken van deze herdruk. Ik stel er prijs op ze daarvoor hartelijk te danken.
Mei 1971
Joos Florquin