| |
| |
| |
Albert Poels
Arthur Matthijslaan 61, Borgerhout-Antwerpen
Ik vrees dat ik u liet wachten...
Ik heb niet eens opgemerkt dat ik moest wachten. Ik was hier in zulk prettig gezelschap dat het een pleziertje was. Ik heb zo een beetje de indruk dat ik in het huis van Uilenspiegel ben. Ik heb hier ten minste al drie Uilenspiegels gezien. En hier?
Nog slechter gezelschap. Dat is Lange Wapper. En ge weet wat het hier te Antwerpen betekent als men zegt: ze hebben Wapper gezien!
Dat ze een glas op hebben! Ik verzeker u dat het niet mijn geval is! Een mooi beeld. Hout?
Notelaar.
Het is toch een warm materiaal. En daarnaast een koperen Reinaert. Het is algemeen bekend dat u ook voor de vos een zwak hebt.
Wel, hij is om zo te zeggen familie van Tijl Uilenspiegel,
| |
| |
en ook van zuiver Vlaams ras! Ik heb altijd graag dieren gemaakt. Kijk, dat is een ooievaar, een nawee van mijn kubistische periode!
O, u bent ook kubist geweest!
Iedereen moet toch zijn kinderziekten doormaken.
Dat is een pijltje.
Ja en nee. Ik ben blij dat ik zo een abstrakte periode heb doorworsteld. Dat heeft mij van een heleboel dingen gezuiverd. Maar ik heb dan begrepen dat een kunstenaar positief moet blijven. Het dient tot niets een beeld te maken waarvan de kunstenaar de raadselachtigheid interpreteert en dat misschien door een paar volgelingen wordt begrepen maar een gesloten boek blijft voor de normale mens. Een kunstenaar moet de wereld van de mensen schoner maken, hun visie zuiveren, hen uit de eentonigheid of kleurloosheid optrekken en ze er niet dieper intrappen. Maar dat is teorie. Kijk, ginder in de hoek hebt ge mijn eerste mensenbeeld: Franciscus met vogels. Het is vrij streng en strak van lijn. In de aard van deze Franciscus is de Man met spade daar. Dat heb ik gemaakt nadat ik de Boerenpsalm van Felix Timmermans had gelezen. En het derde beeld uit die periode is dat centrale beeld ginder: Het loze vissertje. Ge ziet dat er meer beweging in zit.
En ook meer zwier en lenigheid, zou ik zeggen. Ook het loze vissertje is familie van Reinaert en Uilenspiegel!
Hij is in elk geval schelms en geestig. Ik ben voor de zon in het leven, maar toch heb ik ook minder grappige dingen gemaakt. Kijk hier b.v. nog de uitbeelding van een oud Vlaams lied.
‘Het waren twee conincskinderen. Si hadden malcander so lief...’
| |
| |
Dat is inderdaad dramatischer.
Het is ook het meest dramatisch moment uit het lied. Hier de koningsdochter die haar geliefde in de armen heeft, een soort profane piëta, daarmee verbonden de vluchtende ‘oude quene’ en hier de medelijdende visser. Het was een opdracht in brons voor een partikulier. Willem Eekelers bezit hetzelfde beeld in hout.
Het is een mooie kompositie. Maar erachter gluurt weer een Tijl.
Een die ik voor minister P.W. Segers heb mogen maken. Ook eerste-minister Van Acker kreeg van zijn vrienden een Uilenspiegel cadeau.
Dat pleit voor hun gevoel voor humor! In de politiek moet men goed wakker zijn. Hoe bent u ertoe gekomen die folkloristische motieven in beeld te zetten?
Zal ik zeggen, toevallig of dank zij Kamiel Huysmans! Ik zei dat ik graag dieren maak. De vos in de dierentuin had mij altijd geboeid. Ik krijg dan een opdracht om voor Kamiel Huysmans een Tijl met een Reinaert te maken. Ik heb dat gedaan en sindsdien kreeg ik veel opdrachten in die zin. Kamiel Huysmans vertelde mij toen dat het zijn droom was eens aan elke uitgang van de grote tunnel zo een beeld te plaatsen. De Reinaert aan de kant van het Land van Waas, Uilenspiegel aan de andere kant. Daar is natuurlijk niets van gekomen.
Maar u had de folklore ontdekt.
Ik heb sindsdien heel wat onderwerpen uit onze literatuur behandeld, maar als ik er aan werk, vergeet ik het literaire om alleen aan de kompositie te denken en het gegeven op mijn eigen manier uit te beelden. Daarnaast heb ik echter ook veel ander werk.
| |
| |
Madonna's b.v. Ik zie er daar een hangen en ik heb trouwens eens horen zeggen: ‘Waar men gaat langs Vlaamse wegen komt men heel wat Poelskens tegen’!
Dat doet mij plezier. Ik heb inderdaad vele O.-L.-Vrouwen gemaakt. Dit is O.-L.-Vrouw van Fatima, die in de paterskerk te Boom staat. Het is gemaakt volgens de eerste verschijning van Gods Moeder te Fatima: het Kind wijst naar het hart van zijn Moeder en Maria bidt vriendelijkbemoedigend de rozenkrans. Deze Lievevrouw hier staat in Indië bij de paters kapucijnen. Dus niet alleen langs Vlaamse wegen!
En die medailles daar?
Zijn gedenkpenningen die ik ontworpen heb voor verschillende verenigingen. Dit is er een voor de Antwerpse diamantmannen: meer geluk en welvaart door 40 uur arbeid. Verder voor de Algemene Centrale, het Belgische radiologisch gezelschap, de inhuldiging van de schatkamer in St.-Sulpicius te Diest, de kinderrijke gezinnen, enz.
Mag ik verder rondgaan? Er is hier zoveel te zien dat ik vrees televisietijd te kort te komen. Wil u de beelden zelf misschien voorstellen?
Graag. Dit hier heet Oorlogswee, het is een herinnering aan de vliegende bommen. Het is in mahonie en staat in een bank te Antwerpen. De oogst maakte ik in opdracht van een verzekeringsmaatschappij in granen. Het is ook in hout. Het beeld daar in de hoek is een grafsteen in brons die op de begraafplaats van Berchem staat. Het herinnert aan de oude gewoonte kaarskens op het graf te branden, zoals nu nog hier en daar gedaan wordt. De man op de achtergrond bidt, de vrouw hoedt de vlam der herinnering. De muurplaat daar is dan weer een opdracht van een lettergieterij in Amsterdam, ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan. Ze illustreert de oude manier van lettergieten.
| |
| |
En die reeks koppen daar op de grond? Zijn daar prominenten bij en werden die ook in opdracht uitgevoerd?
Het zijn vooral kinderkoppen. Ha ja, Arthur Meulemans is erbij.
Hebt u ook de kop van Timmermans niet gemaakt?
Nee, wel het bas-reliëf dat op zijn geboortehuis staat. Verder heb ik ook portretten gemaakt van Verschaeve, dr. Oscar de Gruyter, Jef Simons, maar die heb ik niet hier.
Voor Jef Simons hebt u ook het grafmonument gemaakt.
Ja, en ook voor August van Cauwelaert.
En daar weer een madonna.
Een wandlievevrouw in keramiek, die aan de gevel van een partikulier huis hangt. De Franciscus met de vogels hebt u al gezien.
En daarnaast ‘Leda met de zwaan’.
Het is een onderwerp waaraan elk beeldhouwer zich wel eens bezondigt!
En deze maquette hier op de sokkel? Dat lijkt een heel gebouw.
Als ik daar uitleg over moet geven, wordt het een roman.
Kan het niet in een novelle?
Als ge het graag weet. Dit is mijn ontwerp van het Bevrijdingsgedenkteken te Antwerpen. Ge weet dat men aanvankelijk De buildrager van Constantin Meunier wou vergroten om die als gedenkteken te plaatsen. Dat stootte nogal op tegenkanting en de stad besloot dan een ontwerp voor een vrijheidsbeeld te laten maken door architekten en beeldhouwers. Er waren 38 inzendingen en tot mijn grote ver- | |
| |
wondering werd ik eerste geklasseerd, want ik ben er gewoon aan altijd de tweede te zijn. Iedereen ging akkoord en ik zou het grootste werk van mijn leven gerealizeerd zien. Toen kwamen er moeilijkheden en stelde men de voorwaarde dat een ander beeldhouwer mij zou bijstaan om mijn werk uit te voeren. Ik heb dat vlakaf geweigerd. Men wou dan nog een nieuwe prijskamp uitgeschreven voor 5 beeldhouwers, maar de zaak schijnt in de kartons te blijven. Het laatst heeft men gesproken over een paleis van de Bevrijding, dat een Paleis voor Schone Kunsten zou worden.
Wat wou u voorstellen?
De figuur van Tijl Uilenspiegel, 20 m hoog, beheerst de Antwerpse bevolking. Het is het symbool van het verzet tegen de vreemde bezetter, vanwaar hij ook kome. De Antwerpse bevolking wordt in syntese onderaan in beelden van 6 m voorgesteld: de buildrager, die aan Meunier herinnert, de bouwvakarbeider, die voor de heropbouw instaat, de moeder en het kind en een figuur van de passieve luchtbescherming met slachtoffer. Reinaert steunt Tijl, want tijdens de bezetting moest ge ook slim zijn, al was het maar om aan sigaretten te komen. Achteraan ligt Lamme Goedzak: die speelt niet mee!
En dat ronde gedeelte?
Was als museum bedoeld. Het was in, hoe zou ik zeggen, kaaimuurarchitektuur gedacht, vermits het oorspronkelijk aan de ingang van de Roeierssluis moest komen. Ik verkoos feitelijk een plaats tussen de twee pompstations van de tunnel op de linkeroever, omdat elke Antwerpenaar daar wel eens komt. Maar ja, Tijl heeft het niet gehaald. Tiens, mijn Lange Wapper trekt een beetje op de Tijl van dit vrijheidsbeeld. Hebt u dat opgemerkt?
| |
| |
Als u het zegt. In elk geval is de Tijlfiguur een mooi symbool van onze vrijheid. Wat stelt die foto voor?
Dat was een opdracht van een Hollandse betonmaatschappij die ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan van een andere grote firma dit werk in beton schonk. Het staat te Eindhoven, in het ontspanningscentrum van de fabriek. Het stelt een rustende arbeider voor en drukt uit wat de firma doet voor de vrije tijd van de arbeider: muziek, toneel, sport. Het is in gebouchardeerd beton.
Wie is die statige meneer daar?
Mijn vader, die ook beeldhouwer was. Zo stond hij in zijn atelier, met zijn witte kiel aan, als er bezoek kwam. Ik heb bij hem mijn stiel geleerd.
En daar de ‘Vier Heemskinderen’?
Ja, dat was een opdracht van een rechter die vier kinderen had!
Het is een mooie groep, episch gebeiteld en hoekig. En dan zijn het weer Uilenspiegels.
Het eerste beeld is een Uilenspiegel en Lamme Goedzak voor een diamantvereniging hier te Antwerpen. Die andere Uilenspiegel is een uitvloeisel van mijn vrijheidsbeeld. Daar is nog een goede anekdote aan vast. Op zekere dag komt hier een autentieke Waal binnen met een oude krant, waarin mijn bevrijdingsmonument was gereproduceerd. Hij wou dat ensemble absoluut hebben voor zijn interieur. Ik heb voor hem dan dit gemaakt. Aan de voet van Tijl staat Nele, die Lamme Goedzak en ook de kwezels goed vasthoudt. Daarrond figuren uit het volk: de boer, de dokter enz. Tijl houdt in zijn hand de dingen waarmee hij gespot heeft: de galg, de vrouw, de rechter, de soldaat.
Meneer Poels, u bent een humorist...
| |
| |
Dat heb ik nu nog nooit horen zeggen!
En dan eindelijk die groep daar. O, ik zie het. ‘Heer Halewijn zong een liedekijn’. Weer het dramatisch moment...
‘Zi nam het hofd al bi het haer,
En waschte 't in een bronne klaer.
Zi zette haer schrijlings op het ros:
Al zingend en klingend reed zi door 't bosch.
En als zi was ter halver baen,
Kwam Halewijns moeder daer gegaen:
“Schoon maegt, zaegt gi mijn zoon niet gaen”?
Uw zoon heer Halewijn is gaen jagen:
g'en ziet hem weer uw levensdagen.
Uw zoon heer Halewijn is dood:
Ik heb zijn hoofd in mijnen schoot,
Van bloed is mijnen voorschoot rood’.
Gij zegt het beter dan ik het zou kunnen.
Dank u. Een komplimentje doet altijd plezier. Zeggen kunnen we het allebei maar beeldhouwen kunt u alleen! Staat dat beeld ergens?
Bij een partikulier. Voilà, hiermee is de inventaris af.
Dat is een lelijk woord voor de wereld van schoonheid die wij hebben doorwandeld. Maar er is ook nog uw atelier.
Ik dacht dat ge het zo al welletjes zoudt vinden.
Maar dit was zo iets als een aperitief. Daar krijgt men pas honger van!
Goed, dan moeten we naar beneden. Zal ik voorgaan?
Moeder, onze bezoeker heeft zo juist iets van een aperitief gezegd...
| |
| |
Een geestelijk aperitief! Ik ga een reputatie krijgen!
Mevrouw Poels: Een echte zal ook geen kwaad doen.
Ik laat mij dan maar overhalen! Mevrouw, ik zou graag een vraag stellen, die ik moeilijk aan uw man op de man af kan vragen. Uw man beeldt graag Uilenspiegel uit en Reinaert de Vos. Heeft hij daarvan ook iets in zijn karakter?
Poels: Met andere woorden, moeder, zit ik met streken?
Mevrouw: Kan ik daar nu zo in 't publiek op antwoorden? In elk geval lacht hij graag en is hij de vriendelijkheid zelf.
Dat schijnen mij al twee flinke kwaliteiten te zijn!
Hier hangen meer schilderijen dan er beelden staan. U schildert toch niet?
Poels: O nee. Maar ik heb veel vrienden-schilders en er bestaat zo een ruilhandel onder ons. Voor een beeld geven zij mij een schilderij. Het meest heb ik er van Van Giel, omdat ik met hem goed bevriend ben. Hij heeft al mijn kinderen geportretteerd. Daar is mijn jongste dochtertje door hem, ginder een tweede. Het schilderij daar is van Gustaaf de Bruyne en de boten boven de piano van Verpoorten, de overleden voorzitter van 't Getij.
‘'t Getij’, dat is de kunstkring.
Ja. Het bestuur zelf bestaat uit 10 artiesten en de kring zelf telt 500 steunende leden. De artiesten zijn de schilders Van Doren, Van Giel, De Bruyne, Felbur, Tilleux, de grafici Herkenrath en Delhez, de glazenier Marc de Groot en de beeldhouwer Cryts. Wij richten elk jaar een paar tentoonstellingen in: we hebben dit jaar al jongere schilders en grafici gehad, nu komen de architektuur en de beeldende kunst in dienst van de architektuur. De kring geeft ook monografieën uit.
| |
| |
Waarvan de eerste aan u gewijd was. Ik heb die natuurlijk nagekeken voor ik hierheen kwam. Van Remi de Cnodder.
Hij was de eerste sekretaris van 't Getij. Sindsdien werd er ook een gewijd aan Van Giel.
En dat glasraam: ook ruilhandel?
Het is van Marc de Groot en 't is deze keer een geschenk. De vrienden komen hier nog al eens...
Begrijp ik. Maar dat beeld daar is toch van u.
Ja. O.-L.-Vrouw van het H. Graf te Turnhout. Het origineel beeld is in hout en 1,75 m hoog.
Apropos, daareven in de hal heb ik nog een mooi beeld gezien: een melkmeisje met gans!
Tineke van Heule ons maartje!
Ik had er aan moeten denken. Meneer Poels, nu ik geestelijk gesterkt ben, zouden wij misschien even het atelier kunnen gaan bekijken.
Ik wist wel dat ge moed nodig hadt. Kom...
Dat is uw bureau hier?
Het woord lijkt me nogal plechtig. Wij zeggen het kamerke of het wachtkamerke.
De mensen die hier moeten wachten, zullen zich in elk geval niet vervelen. Het is een optocht van Lievevrouwkes, lijk bij Timmermans!
Ik denk wel eens dat ik zal branden omdat ik O.-L.-Vrouw niet schoon genoeg heb gemaakt.
Ik zou het juist andersom zeggen: elke Lievevrouw zal voor u ten beste spreken.
Dat is weer een pak van mijn hart!
| |
| |
Wil u ze toch niet even voorstellen, het kan ook voor mij nuttig zijn.
De Moeder Gods van het H. Graf te Turnhout, 1,80 m hoog. Het Mariabeeld van de kerk te Essen, 2,50 m; Madonna met haar Kind, in terracotta, voor de paters kapucijnen in Indië. O.-L.-Vrouw van Essen, 1,50 m hoog, in hout. De O.-L.-Vrouw van het Parochiaal Centrum Luchtbal. O.-L.-Vrouw van Lourdes te Hemiksem en de muur-madonna in de veldkapel te Alsemberg.
Steeds Maria en toch steeds anders. De eenheid in de verscheidenheid. Het is bijna een litanie. Hoeveel verschillende Mariabeelden hebt u wel gemaakt?
Geen idee van. Maar er zijn er nog meer die ik niet gemaakt heb!
En daarbij bent u niet eenzijdig. Er staan hier ook andere beelden. Die Kristuskop is niet van u.
Helaas, niet van mij, en toch gelukkig ook, want anders was ik al lang dood. Hij is van de 13e eeuw en komt uit Limburg. Ik kreeg hem van mijn vader. De Kristus daar staat ook in de kerk van Essen, in hout dan. Het H. Hart, 2,50 m hoog, bevindt zich bij de zusters Marikolen te Brugge.
En dat ietwat vreemde schilderij daar?
Is van Rob. Geenen. Het stelt de geboorte van Venus voor. Het is een syntese van de vrouw. Ge ziet het aan de attributen: appel, draperie, parels!
En daar weer een Uilenspiegel met Reinaert.
Ja, maar een slechte.
Waarom?
Ik heb die in 't groot voor Middelheim gemaakt, maar hij
| |
| |
werd geweigerd omdat ik lijnen had toegepast die met verantwoord zijn in de skulptuur. Men wou er alleen een foto van hangen en dat heb ik dan weer geweigerd!
Meneer Poels, ik ben maar een leek en die kan bij zoveel mysterie niet bij! Van wie is dat doek met die molen?
Van Van Doren. Kom, we gaan nu naar het atelier.
Lieveheer! Wat een verzameling!
Dat zijn allemaal modellen. Tenminste wat er van overgebleven is. Ge kunt niet alles bewaren.
Hebt u er zelf een idee van hoeveel beelden u in uw leven al gemaakt hebt?
Min of meer. Het belangrijkste is dat er steeds nieuw werk gemaakt wordt.
We kunnen er niet aan denken bij elk beeld te blijven staan. Zou uzelf er niet enkele willen uitkiezen?
Enkele hebt ge al gezien. Over die Tijl moet ik niet meer spreken. Daar hebt ge de maquette, levensgroot, van het beeld te Eindhoven dat de vrije tijd van de arbeider illustreert. Dat betonnen beeld daar was een proef.
En is die meegevallen?
Jawel, beton heeft zijn eigen wetten, het is een nieuw materiaal maar daar is veel mee te doen. Het Mariabeeld is de O.-L.-Vrouw van Boom. De vos is het ontwerp voor de Reinaert van Kamiel Huysmans. Daar hebt ge dan twee keer Conscience: de jonge staat in de biblioteek te Merksem, de oude in het Museum voor Letterkunde. Dat daar is het beeld van de H. Godelieve. En dit is het projekt dat ik had ingediend voor het IJzermonument: ik werd in die wedstrijd niet tweede maar derde geklasseerd: ge weet dat Karel Aubroeck het won, Oscar Jespers was de tweede.
| |
| |
Dit beeld stelt Joe English voor: ik had daarin de gedachte ‘Ik dien’ willen uitdrukken. Ik had die beelden vrijstaand gedacht en niet tegen de toren.
Is het op deze tekenplank dat u werkt? Hoe ontwerpt u feitelijk een beeld?
Wel, ge krijgt een tema en daarmee zijt ge bezig. Ge krijgt een inval en ge probeert die onmiddellijk op het eerste stuk papier dat u onder de hand komt. Hier zijn zo 'n papiertjes. Ik maak dan schetsen, soms vijf, soms tien en als ik klaar zie, maak ik een tekening die aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. Als hij zijn akkoord geeft, maak ik voor een groot beeld liefst een maquette: dat helpt mij geweldig bij de uitvoering. Het model wordt op uitvoeringsgrootte geboetseerd in klei en achteraf afgegoten in gips. Als ik met dat werk bezig ben, ben ik natuurlijk niet te spreken, want dat moet in één keer kunnen doorgaan. Dan komt de uitvoering in het gekozen materiaal en dat is nog een belangrijke faktor, omdat een beeld pas zijn volledige schoonheid krijgt in schoon en duurzaam materiaal.
En die materialen zijn voor u?
Klei, hout, marmer, brons, beton, blauwe steen, maar dan geen ersatz van blauwe steen, want dan vindt ge er de natuur en de eigenschappen van het materiaal niet meer in. De voordeligste manier om een beeld blijvend te bewaren is terracotta, als het lukt. Dat is de klei gebakken op hoge temperatuur en dan verglaasd. Maar dat mislukt soms.
U hebt vandaag nogal eens het woord ‘opdracht’ gebruikt en ik heb zelfs de indruk dat het grootste deel van uw werk bestellingen zijn. Hindert dat de vrijheid van inspiratie niet, de persoonlijkheid van de kunstenaar?
Dat wordt nogal eens gezegd, maar ik geloof het niet. In elk geval, ik werk veel en zeer graag in opdracht. Ik meen
| |
| |
dat een opdracht voor een beeldhouwer, juist zoals voor een architekt, het middel en de gelegenheid is om het talent op een volwaardige manier te ontplooien. Dit vraagt, wegens zijn gebondenheid, veel meer beheersing. Ik denk b.v. dat de schilderkunst tegenwoordig mank gaat aan een te grote vrijheid. Trouwens, hoeveel kunstwerken door de eeuwen heen werden niet op bestelling gemaakt?
Dat is inderdaad zo. Wat is dat gouden reliëf daar?
Het stelt het Gezin voor en werd in beton uitgevoerd. Het staat bij de ingang van blok C van het bouwcomplex Antwerpen Huisvesting. Het is een doorzichtig reliëf, omdat er licht door moest kunnen vallen om de gang te verlichten.
Ik zie daar een ‘Kristus’ hangen; die figuur hebt u niet veel gemaakt?
Bij gebrek aan tijd en gelegenheid. Dit is een Lieveheer voor een kapel in Duffel. Het is recent werk. En daar hebt ge dan de Reinaert van de Reinaertbank te Sint-Niklaas. Die werd in mainzzandsteen gemaakt. Het was de eerste keer dat bij ons die steen door een beeldhouwer gebruikt werd.
Ik ken die en het is een mooie, rustieke bank. Ik vind het trouwens prachtig dat idee van een bank verwerkt met het monument. Ik denk dat de mensen er dan korter bijkomen en daarbij is het ook nog zeer dekoratief. Wat is dat blokje daar?
Het ontwerp voor een kruisweg te Merksem. Er staan daar 14 kolommen in de kerk en elk krijgt een statie. Aan de zijkanten komen dan bijfiguren. Het is in verzonken reliëf, zo een beetje op zijn Egyptisch.
Daar weer een Lievevrouw. De vlucht naar Egypte?
| |
| |
Ze heet O.-L.-Vrouw ter Muyle, omdat ze op een muilezel zit. Ze staat te Liedekerke.
Dat daar is een ontwerp voor een katolieke school: O.-L.-Vrouw onderwijst haar kind en erachter staat Sint-Norbertus, de patroon van de school.
En daar een Maria met een boot.
O.-L.-Vrouw ter Schelde met Sint-Kristoffel, de patroon der vissers. De andere is O.-L.-Vrouw van Alsemberg, die staat in een veldkapel. Het grote H. Hart staat te Brugge en de Tijl is die welke in Middelheim niet mocht staan.
En dat daar?
Zijn motieven voor de gevel van het V.T.B.-gebouw te Antwerpen op de St.-Jakobsmarkt. Het is een syntese van de bedrijvigheid van de V.T.B.: algemeen toeristisch, ontspanning, strijdend Vlaams, algemeen kultureel, en dan de patroon van de wegveiligheid: Sint-Kristoffel. Binnen in het gebouw heb ik in de zoldering drie glasgravures gemaakt, gespoten in bruut glas en voorstellend de drie zustersteden: Antwerpen, Gent, Brugge. In de zaal van de volksdans en volkszang staat er nog een reliëf in terracotta, die een dansende groep voorstelt: Tijl, Nele, Lamme Goedzak en het dansende volk. Het is een werk dat ik graag gemaakt heb.
Ik zou zeggen dat al de karakteristieken van uw kunst erin liggen. Direkt in de buurt van dat gebouw staat er nog een beeldhouwwerk van u, geloof ik, aan het Medisch Centrum.
Het is weer een kompositie die de geest en de aktiviteit van dat gebouw van de Christelijke Mutualiteiten probeert te illustreren. Onderaan de lijdende mens, die geholpen wordt door de barmhartige Samaritaan. Dan komt de maagd met de brandende lamp, het licht van de liefde verlicht de wereld. Dan een jonge vrouw die haar kind draagt, het
| |
| |
kind dat het teken is van de liefde. Het geluk van de vrouw wordt geschraagd door de man. En daarboven dan O.-L.-Vrouw: de belofte van de hemel!
Het moet u heel wat opzoekingen vragen om dat uit te werken.
Ja, vooral omdat er dan nog overal kleine motieven bijkomen, b.v. een eik om de kracht te aksentueren, een laurier, teken van de overwinning. Binnen in het Medisch Centrum staat dan nog een beeld: De onderlinge bijstand: mannen die hand in hand staan om, als het nodig is, hun bestaansrecht te verdedigen.
Ik vind dat er iets middeleeuws zit in uw kunst. Niet alleen bekoort u met vormen en lijnen, maar u vertelt ook en altijd om de wereld schoner te maken en de mens hoop te geven.
Ik heb altijd naar de zonkant gezocht. Ik kan niet aannemen dat een kunstenaar per se triestig of tragisch of pessimistisch moet zijn. Ik laat dat voor hen die het prettig vinden.
U zegt dat allemaal zo eenvoudig en gewoon.
Moet ik misschien liever enkele geleerde woorden uit een woordenboek halen? Kom, kijk liever nog eens naar dit reliëf. Dit zijn details van de H.-Familiekliniek te Boom, eigenlijk op het grondgebied van Reet, langs de grote autosnelweg. Het is een verzonken reliëf in witte hardsteen. Mijn dochter is er verpleegster en ik heb haar dan als model genomen voor de verpleegster. Voor de zuster van liefde was moederoverste zelf het model. Er zijn dan weer heel wat motieven: de waterlelie, symbool van de naastenliefde, de tarwe, zinnebeeld van goeden en slechten.
En wat is dat groot beeld?
De kunstenaar en zijn wereld. We hebben met 't Getij eens een tentoonstelling ingericht op dat tema om eens los
| |
| |
te komen uit de stillevens. Ik heb dan een beeldhouwwerk gemaakt met mijn lievelingsmotieven: Tijl, Nele, Reinaert, Blauwvoet, de Krijger, de Vlaamse Leeuw en ook weer met motieven als de distels hier die de moeilijkheden suggereren...
Meneer Poels, uw werk is zeer verscheiden, maar de onderstroom is steeds dezelfde: eerlijke liefde, gekruid met humor die u nooit in de steek schijnt te laten. En ik ben zeker dat het Lievevrouwke daar het met mij eens is!
Dan hebt ge geluk, want het is de Lieve-Vrouw der schone liefde.
Een prachtig symbool! Ik heb gezien dat u daar aan een houten beeld bezig was. Mogen we dat nog even bekijken?
Maar zeker. Het moet een jager worden. Het is een opdracht van een dame die dat aan haar man wil schenken.
En dat kapt u rechtstreeks in het hout?
Niet helemaal. Ik heb mijn gipsen model dat mij leidt. Met de passer kan ik nagaan wat ik moet wegkappen om het beeld te bekomen dat ik heb opgevat. Ik beheers het materiaal en het materiaal mij niet.
Mogen we u niet aan het werk zien?
O ja. Werken is het liefst wat ik doe en ik werk liever dan erover te spreken!
Uitzending: 20 maart 1959.
|
|