beslissing genomen is, zou ik wel een nieuwen ‘lof der zotheid’ kunnen schrijven, zoo gek ben ik van vreugde. Want bij manier van spreken sta ik al gezadeld en gespoord om een nieuwe wereld te ontdekken. ‘It is never too late to seek a newer world,’ zingt de dichter en
wij zijn met dien ontdekkingstocht begonnen.
De schoonste uitvinding van deze eeuw zal ons vervoermiddel zijn. Ik spreek natuurlijk van de fiets. Zonder de wet te ontduiken of woekerpractijken te begunstigen, kon ik twee passabele fietsbanden bemachtigen (er zijn gelukkig hier en daar nog een paar goede menschen) en zoo kon ik me opstellen naast den heropbloeienden Mercator, die over een prachtmachientje beschikt. Ach, die mooie fiets van Mercator, ik... maar ja ter zake.
‘Richting,’ zei Mercator. Ja, richting. De vier windstreken zogen even hard om ons in hun richting te krijgen. ‘Dat's niks,’ zei mijn vriend de globetrotter, ‘we rijden recht vooruit, aan den eersten kruisweg van wegen steken we een natten vinger in de lucht, de zijde die 't vlugst droog is zal de vingerwijzing zijn, in den volsten zin des woords.’ Ik die de lofwaardige gewoonte heb me steeds bij wijze besluiten neer te leggen, - een mogelijke windstilte wou ik niet opwerpen, - boog ook nu mijn hoofd en keek met ontzag naar den stapel kaarten en andere gidsen die uit Mercator's reiszak puilden. En nu zijn we weg. Ons vergezellen de zegenrijkste wenschen