grepen worden. Moge de genegenheid van al je vrienden je behouden blijven, - die wensch is ook ons dierbaar, - en moge je de kracht vinden om ten minste het mooiste deel van je goede nieuwjaarsvoornemens waar te maken (een hoop die wij ook al voor onszelf koesteren, Neleke). En voor de dagen van leed of weemoed die ook zullen komen, wenschen we je de innerlijke sterkte om het verdriet te kunnen dragen, en ook den troost welke in die oogenblikken het best de smart kan verzachten.
Eindelijk wenschen we je voor dit jaar de heerlijkste aller lentes, met de jongste en lachendste zon die ooit aan den hemel heeft geschenen (misschien wordt het dan wel een lente zonder einde!), een zomer met een overvloed aan bloemen waarvan jij het meest houdt, en een herfst met een schat van je lievelingsvruchten, en kleuren die je zullen verrukken. En ten slotte wensch ik voor mij mee, dat ik bij al de vreugde die je zal genieten, naast je moge staan om de weerkaatsing er van op te vangen en dat ik de bron van mijn blijheid vooralsnog in jouw bestaan moge vinden.
Mercator vindt dat hij me lang genoeg alleen heeft laten praten en eischt nu het recht op, terwijl hij met zijn hand over al de toetsen van de piano glijdt om zijn verlangen te onderlijnen, ook een paar wenschen te mogen plaatsen. Hij aarzelt even, nu ik hem het woord geef, zeker om zijn gedachten en woorden te schikken; daar begin ik onder zijn dictee te noteeren:
Naast al de schoone en goede dingen, die Tijl in ons beider naam heeft uitgesproken, - hij heeft daarbij natuurlijk een voetje voor, ik kan het goed verdragen,