ook in dezen tijd? Hoor je in de verte de engelen zingen? Hoor je ze Gods woord verkondigen en begrijp je ook dat ze tot jou spreken, als ze op aarde den vrede brengen aan de menschen van goeden wil? Neleke, hoor je ze?
Goed, kom dan naast mij staan, dat ik door den geur van je haar je naast mij voel. Maak je nu maar klein en kniel naast mij voor de kribbe. Toe, bloos nu niet en denk niet dat zoo een jonge dame als jij zich niet meer zoo kinderlijk mag aanstellen. Ach, in den kerstnacht zijn we allen graag opnieuw kind, om ons dichter bij het Kind te voelen. Kom, vouw nu je handen als ik het doe en laat ons in simpele woorden bidden. Kom, ik zeg het je voor:
Kerstkindje, Jij ook weet wat een onvolmaakt stukje mensch ik ben. Ik heb mijn goede en slechte dagen en soms vergeet ik weleens te doen wat mijn plicht is en onderhoud ik zelfs Je schoonste gebod, dat der liefde, niet. Maar ik wil als mensch van goeden wil weer van voor af aan beginnen en de toekomst beter maken dan het verleden. Geef Jij me de genade om Je te kunnen aanbidden met den eenvoud des harten, waarmede de herders dezen nacht tot Jou gekomen zijn. Schenk me de gave van het betrouwen op Jou, waarmee de Drie Koningen zich op weg begeven om Jou eer te bewijzen. Leer me danken voor Jouw goedheid, zooals Maria dankte toen de tijden vervuld waren en ze Jou als haar zoon mocht baren. Heb meer meelij met onze schamel-