***
Lezer, voor geen goud van de wereld zou ik u die geschiedenis hebben verklapt, indien ik niet met volle waarheid er bij kon vertellen wat ik nog te vertellen heb. - Zoo ge Mr Goedelterre wilt beschuldigen van zonde, dan zeg ik u: ‘Wees voorzichtig - en kijk in den spiegel... Vindt ge in u zelf geen zonde, dan moogt ge een steentje riskeeren. - Maar zoo 't waar is, dat ge Mr Goedelterre hebt gevolgd op den weg van de zonde, wel, volg hem dan ook op den weg van de boete.’
Toen, met den naasten biechtdag, de Pastor zijn conscientie onderzocht, 't lag er zoo vol en zoo vuil als in een Jodenwinkel. - Wat was hem de duivel ditmaal te slim geweest! - Hoogmoed, gramschap, bloedzucht, wanhoop, menschenbedrog, - een bosch van verdoemenis! Miserere!
En 's anderendaags, Zondag, gaf hij een sermoon over de woorden van de Schrift: ‘Abyssus abyssum invocat’ - dat is, een afgrond roept een ander afgrond in: en daarmee bedoelde hij: ‘De eene zonde brengt de andere mee.’
Vast het beste, het innigste, het heiligste sermoon, dat hij wel ooit had afgeleverd. - De parochianen, met Mr den Baron in 't gestoelte, luisterden mond en hart open. -
‘Beminde Christenen, zei de Pastor, weert u voor den eersten stap... weert u voor den hoogmoed! Komt de hoogmoed binnen u, hij voert zeven duivels mede binnen, zooals b.v. gramschap, bloedzucht, wanhoop, menschenbedrog en de rest!... weert u, zeg ik u, weert u!’...
Ik geloof dat hij snikte, toen hij zei: ‘Weert u!’...
En na 't sermoon, beval hij den Koster-Schoolmeester de negentien braafste kinders van de school naar de Pastorij te zenden. -
- ‘Negentien?’ - vroeg de Koster verwonderd om 't juiste getal. -
- ‘Negentien’ zei de Pastor.