Welk een verpletterende indruk mag het nieuws van die Maartdag 1942 - triumfantelijk uitgeschetterd door de Duitse radio - wel hebben gemaakt op de velen in Nederland die van Indië hielden als van een tweede vaderland... en er hun kinderen, hun ouders, hun vrienden hadden!
Van de weinigen die waren ontkomen hoorden wij gruwelijke bijzonderheden over Japanse executies van burgers die, bijvoorbeeld in de vorm van vernielingswerk, slechts een hun opgelegde plicht hadden vervuld.
Daarna viel over Indië het Grote Zwijgen.
Doormans korte sein: ‘Ik val aan! Volg mij!’ en de heroïsche ondergang van onze vloot in de Java Zee hadden sterk tot de verbeelding der wereld gesproken, die aan onze marine nog de herinnering aan Tromp en de Ruyter verbond. De kalme order van onze Gouverneur-Generaal aan het Binnenlands Bestuur: ‘Blijft op Uw post’ was niet in zijn volle menselijke implicaties begrepen. Wie echter met de wereld daarginds vertrouwd was vroeg zich zorgelijk af welke prijs het B.B.corps wel voor zijn moedige plichtsbetrachting zou moeten betalen. Zou het gedwongen worden, onder Japans toezicht nog enige tijd lang in functie te blijven? Welk 'n taak! - En ons verslagen leger? Het scheen ondenkbaar dat er onder de vele krijgshaftige beroepsofficieren van onze K.N.I.L. niet zouden zijn die, liever dan in een Japans gevangenkamp aan ondervoeding, mishandeling en berrie-berrie langzaam te gronde te gaan, met hun toegewijde fuseliers en marechaussees de rimboe zouden intrekken, om in de bescherming daarvan de strijd op eigen houtje voort te zetten. Zo sterk hield mijn verbeelding zich met deze gedachten bezig, dat ik, als vanzelf, begon te schrijven aan Nacht over Java, een bijna als een document werkende roman over het volgehouden verzet van een gemengde groep mannen: beroepsmilitairen, burgers en B.B.'ers, onderling verschillend ook in huidskleur, maar eendrachtig in hun haat tegen de wrede overweldiger en in hun loyaliteit aan de orders van hun aanvoerder, de Indo-Europese beroepskapitein Mansveldt.
Na de door Soekamo's revolutie veroorzaakte totale ontwrichting der menselijke verhoudingen in die grote, bont gegroepeerde samenleving schijnt het thema van mijn boek een sprookje uit lang vervlogen tijden. Toch waren in 1942 - slechts driejaar tevoren - de verhoudingen tussen blank en bruin nog zo als ik ze in dit verhaal geschilderd heb. De gebeurtenissen er in zouden door de later aan het licht gekomen feiten tot in détails toe bevestigd worden.