De werksters van halfvijf
Dit is een vrachtrijder, een chauffeur in een grote vrachtwagen. En die vrachtwagen zit helemaal vol met mandjes druiven.
Hij moest die druiven naar een grote winkel brengen in een stad verderop, maar hij had verkeerd gereden dus wou hij omkeren. Dat is moeilijk met zo'n grote wagen op zo'n smalle weg op de dijk. De achterwielen gleden uit langs de kant van de weg en langzaam zakte de hele auto scheef achteruit de weg af. Daar zat hij nou in zijn scheve auto.
Gelukkig kwam er een auto langs met een mijnheer die wel helpen wou. Maar die auto was niet sterk genoeg.
Toen kwam er een bromfietser langs, die zou planken halen voor onder de wielen, dan zou het makkelijker gaan, dan zouden de wielen niet wegzakken in de modder.
En de chauffeur riep ook nog een paar mannen die verderop aan het werk waren om even te komen helpen.
Ze kregen de vrachtwagen toen al een eindje naar boven. Tenslotte kwam er nog een schoolbus langs en alle schoolkinderen stapten uit en hielpen bij het laatste eindje.
‘Jij krijgt van mij een mandje druiven’, zei de chauffeur blij tegen de eerste man met de auto, en die was daar erg tevreden mee en erg trots op. ‘Iedereen die meegeholpen heeft krijgt een mandje druiven’, riep de chauffeur toen en begon uit te delen uit zijn auto.
Maar die eerste man met de auto zei: ‘Je bent gek dat je dat doet, dat kost je veel te veel geld, zij hebben alleen maar dat laatste stukje geholpen terwijl ik al zo lang met je bezig ben’.