oude mensen, mensen die alleen zijn, studenten, arbeiders, kinderen, schilders, knechten, het hinderde niet wie, wie maar mee wou doen, wie maar feest wou vieren.
Ook dieven, nietsnutten, mislukkelingen, iedereen was welkom. En het werd een geweldig groot feest. Het strijkje mocht heel hard spelen, samen met de accordeonisten en met de jongens met de gitaren die ook waren meegekomen. De bussen moesten nog een keer naar de stad om nog wat extra bier te halen, en nog meer mensen te halen, want het hele huis moest stampvol worden vond die man’.