Na het ontbijt, toen Paul weg was en ik even alleen met juffrouw Carolien in de voorkamer stond, heb ik haar verteld van het rusthuis. Ze zei: ‘Het is heel vriendelijk van meneer en u en van de familie, mevrouw. Maar ik zal u zeggen....’
Ze kwam niet verder. In de gang weerklonk een ontzettend angstgegil van kleine Mette. Bliksemsnel schoot juffrouw Carolien de kamer uit. Ik rende haar na en zag in één ontzettende seconde hoe Mette, haar rosezijden feestjurkje een en al vlammen, op ons afstoof. Maar ik zag bijna tegelijkertijd hoe juffrouw Carolien met het brandende kind in haar armen weer in de voorkamer was, hoe ze een tafeltje uit de weg trapte, en hoe ze de vlammen doofde door Mette in het haardkleedje te wikkelen....
Wonder boven wonder zijn zowel juffrouw Carolien als het kleine meisje heelhuids uit de strijd gekomen.
‘Het is vreselijk,’ zei Nurse, die trillend van ontzetting op de brandlucht kwam aanstormen, ‘je kunt haar tegenwoordig geen minuut meer alleen laten. Ze heeft er gisteren al de hele dag om gezeurd.... Ze zal