zeggen wil, dat een en ander daarom mínder onbelangrijk zou zijn.
Als ik U een raad mag geven, doe dan zó: sla de tekst over en kijk alleen naar de tekeningen. Die zijn goed. Als ik, in mijn kinderjaren, een tekening ‘goed’ vond, nam ik mijn kleurkrijtjes en maakte de gezichten rood, de jurken blauw en het gras groen. Dat stond dan wel vrolijk, maar toch hadden ze me beter die kleurkrijtjes af kunnen nemen, ik was dan eerder gekomen tot de ontdekking, dat je een tekening moet bekíjken om er plezier aan te beleven.
En nu, voor geval U de tekst tóch wilt lezen, het volgende:
Ik ben niet de Ik, al was het alleen maar om het feit, dat ik niet een man heb die in Centraal Afrika op beesten jaagt. Ik houd niet van mannen, die op beesten jagen. De man van de Ik gaat naar Centraal Afrika om te jagen op krokodillen en olifanten en tijgers... Dat vindt hij heel gewoon, maar wat zou hij er van zeggen als een krokodil naar Holland kwam om op mensen te jagen? Wat zou hij