Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 153] [p. 153] De Lofspraak Een dag van wrevel en gesmoorde erinneringen, 't Weerbarstig hart verdoofd in arbeid, - nors beleid. Dan, plots, komt de oude lof door 't doffe heden zingen: ‘Ghij weet, o Landt! niet, hóe gheluckigh dat ghij zijt!’ Dwepend getuigenis der zoetste en schoonste dingen: Een liefde, en dankbaarheid, bijna tot angst verblijd, Wier woorden in het diepst van al 't verzwegene dringen, Want die hen hoort, schrikt op, en buigt het hoofd, en schreit. Vorige Volgende