Verzameld werk. Deel 2(1958)–P.N. van Eyck– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Herwaarts [pagina 9] [p. 9] Aan mijn Vrouw De donkere dreun van 't vliegtuig zwijgt. De lijster fluit in 't jonge loof: Voor mijn gestilde hart, dat neigt Naar sterker hoop en nieuw geloof, Door 't heldere licht van mei verklaard, Een lied van vrede en hemelvaart. Toch, toch nog de onverhoopte zoen? ‘De strijd beslecht, ligt alles neer,’ - Zo, diep verslagen, zong ik tóen. Wie weet? Want zie, zij bloeien weer: Die eerste, kleine, wilde roos, Mijn kinderdroom van vrede-altoos. Uw woord wees mij de roze bloem, Broos, in de knoppen-dracht der struik: Mijn vrouw, wier zekere liefde ik roem, Hoor, onder 't lentelijk getjuik, Mij, vol herinnering aan die dag, Zingen, in blijdschap en ontzag. 10 mei 1945 Vorige Volgende