De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Aart van der Leeuw
(1973)–P.N. van Eyck, Aart van der Leeuw– Auteursrechtelijk beschermdE 27papier zonder gedrukt briefhoofd
Pension Holland, Studler van Surcklaan Bergen N.H.
15 Aug. '30
Beste van der Leeuw, Peccavi! En dubbel, doordat ik geenerlei asem gegeven heb op je boekje, waarmee je mij nochtans zooveel pleizier deedt. Maar weet je: niet alleen moest ik, voor ik met vacantie gaan kon alle brieven over 5 weken voor Z. Afrika en IndiëGa naar voetnoot446 in voorraad schrijven, maar erger nog: terwijl, wat het tijdschrift betreft, de fatale termijn anders 25-30 van Aug. geweest zou zijn, moest ik nu klaar zijn voòr de achtste. Resultaat: overkroptheid met werk, oververmoeidheid, en, bij mijn vertrek, een toch nog niet heelemaal klaar zijn met mijn vrij uitvoerig hoofdstuk over Gorter.Ga naar voetnoot447 Het deed mij veel genoegen, dat mijn Leopardi-vertalingen je voldaan hebben. Over 't algemeen zijn zij klaarblijkelijk ingeslagen, en worden zij als een treffer beschouwd. Ik heb er lang genoeg aan gewerkt. Je boekje heb ik eenige malen gelezen en zelfs heb ik er over geschreven. Dat was echter maar een eerste verkenning en het zal mij zeker niet mogelijk zijn, het zou ook niet in het belang van mijn bespreking wezen, om er over te | |
[pagina 188]
| |
Briefkaart door Aart van der Leeuw aan P.N. van Eyck, 20
juli 1930
| |
[pagina 189]
| |
[pagina 190]
| |
schrijven voor je roman uit is. Vooral na wat je over deze geschreven hebt. De figuur, die in Ik en mijn Speelman zoo'n groote rol speelde is ook in De Opdracht het middelpunt, en blijkbaar ook het middelpunt van de roman. De Opdracht is kennelijk een overgangswerkje en het is beter het als zoodanig ook kritisch te behandelen. Ik heb er heel veel moois in gevonden, maar begrijp nog niet alle bijzonderheden. D.w.z. ik kan hen op een bepaalde wijze begrijpen, maar dan blijft er in de grondgedachte, en in de opzet van het boekje, een innerlijke tegenstrijdigheid, waarover ik nog niet tot klaarheid met mij zelf ben kunnen komen. Wat die opzet betreft, om hem te kunnen volgen, moet men het boekje een stel allegorische karakters toekennen, en ik geloof dat dit de ‘werkelijkheid’ van het geheel wat geschaad heeft. Voorzoover ik uit het eerste hoofdstuk iets mag of kan afleiden, lijkt het mij, dat de roman, althans dit hoofdstuk, hierover heen is, en daarom ben ik op het lezen van je nieuwe boek zoo gespannen. Mocht ik mij in het bovenstaande vergissen, bedenk dan dat het nog maar voorloopige gedachten zijn. Eerst van Rudolf verwacht ik de kans om tot een definitief oordeel te geraken. Over de uitvoering van het boekje ben ik niet bijzonder tevreden. Ik zou het liever sober gezien hebben. Een besliste vergissing van de verluchter vind ik de overvloed van geel op de eerste bladzijde. Dat geel verwekt een indruk van zonnigheid, die in de eenige tekst van die bladzijde nu juist geen weerklank vindt, en dus bij wie voor dergelijke indrukken gevoelig is, schadelijk werkt.Ga naar voetnoot448 Ik zelf ben meer en meer een fervent geloover van kuische en sobere boekdruk geworden. Dit is mij te in kwade zin modern, hoewel het boekje natuurlijk op zich zelf toch wel weer iets aparts heeft ook, doordat het zoo klaarblijkelijk tot in onderdelen verzorgd is. En je komt dus naar Londen! prachtig, maar je stelt mij vragen, waarvan sommige juist door mij slecht beantwoord kunnen worden. Bijvoorbeeld: een dagverdeeling. Wij beiden zijn slechte ‘sight seeers’ en nooit tot iets van een overlegde dagverdeeling in staat geweest. Ook hangt dat van jullie gezondheidstoestand en uithoudingsvermogen af, mitsgaders van de duur van je verblijf, en mitsgaders, voor wat eventueele uitstapjes met onze kleine wagen, betreft, van het weer. Ben je al in Londen geweest? Bezoeken moet je: Kens. Gardens (dat kan een bloemenliefhebber niet laten) Hampton Court, de Tower, de Westminster, de National Gallery en welke andere musea ook je belangstelling trekken. Een uitstapje naar Oxford ware bij uitstek wenschelijk. Iets van de typische Engelsche natuur in de buurt van Londen kunnen wij je laten zien, maar je kunt er natuurlijk ook met de voortreffelijke char à bancs der spoorweg- | |
[pagina 191]
| |
maatschappij op uit. Je zoudt mij dus moeten schrijven, wat je je hieromtrent voorstelt. Je vraagt naar een boarding house. Beter is het iets grootere boarding house, dat Residential Hotel heet, waar men nachtverblijf, ontbijt en lunch of dinner naar keuze gebruikt en daarvoor een vaste prijs betaalt. Verwey is de eerste keerGa naar voetnoot449 in een der Whitehall Hotels in Montagu Street, flankeerende het Britisch Museum geweest, en zij waren content. Evenwel, hoeveel zij daar betaalden kan ik uit mijn hoofd niet zeggen. Verwey of Mevr. Verwey zouden je dat, wanneer je 't gauw wilt weten, het snelst kunnen zeggen. Laat mij weten, wanneer je meer en feitelijker inlichtingen wenscht, en welke. Ik zal je hen dan schrijven. Inmiddels kun je je naar het bovenstaande een voorstelling maken. De Whitehall Hotels zijn niet duurder, zeker niet duurder dan een gewoon Ned. pension in de zomer. Maar één maaltijd slechts van de 2 hoofdmaaltijden is in de prijs begrepen, omdat beide voor de menschen te lastig is. In Londen kun je tot elke prijs, die nog een prijs is, eten. En nu, laat mij gauw van je hooren. 't Zal fijn zijn jullie bij ons te zien. Hart. groeten van ons beiden aan beiden
je toeg. VanEyck |
|