De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Aart van der Leeuw
(1973)–P.N. van Eyck, Aart van der Leeuw– Auteursrechtelijk beschermdL 28Voorburg 12 October 1929
Beste van Eyck Wat is dat jammer dat er weer wat tusschenbeide is gekomen, maar je tijdschrift moet een levend ding worden en elke geboorte is moeielijk. Ik hoop dat Gerritson evenmin als jij den moed zal verliezen. Je schrijft me zeker nog wel als alles definitief vaststaat. Een uitgever is er gelukkig. Neen, sinds je bezoek heb ik nog niet iets gemaakt dat me bevalt, maar voor dat Traherne plan voel | |
[pagina 164]
| |
ik wel. Ik zal het probeeren. Een dergelijk stuk valt buiten mijn gewone verrichtingen, maar ik zal er mijn best op doen. Het staat je natuurlijk vrij het al of niet te aanvaarden. Het is van mijn kant maar een probeersel. Liever had ik een verhaal voor je, maar dat komt hoop ik later nog we[l.] vanSchendel heeft een vervelende gewoonte. Als je hem ergens over schrijft waar hij geen zìn in heeft of wat hem niet bevalt, antwoordt hij niet. Verwonder je je er dus niet over als je niets van hem mocht hooren. Hij is zeer bevriend met de Holsten, en heeft nooit anders dan in de Gids geschreven de laatste tien jaar. Je bezwaar inverband met Nine van der Schaaf begrijp ik. Het is altijd interessant wat ze schrijft, maar zoo verbazend onschoon dikwijls. Dat je mijn overdrukje nog niet hebt ontvangen vindt zijn reden daarin, dat het er nog niet is. Bij nader inzien bleek ik de brief van Colenbrand[er] verkeerd te hebben gelezen, hij zegde me plaatsing toe in December of eerder niet September of eerder. Het stuk zal dus eerst in Nov. of Dec. verschijnen. Zoodra ik een overdrukje ontvang, stuur ik het je. Intusschen zal ‘de Opdracht’ ook in het voorjaar als een klein boekje bij Nijgh verschijnen. Ik verlang er erg naar orn weer aan een grooter werk bezig te wezen maar de vondst waar het om gaat heb ik nog niet gedaan, God geve dat deze herfst hem onder zijn kastanjes en appelen voor me van de boomen zal laten vallen. Misschien brengt Traherne mij er wel in. Als het lukt denk ik wel dat ik je het stuk over hem binnen een dag of veertien zal kunnen sturen. In den laatste tijd heb ik nogal veel in SimmelGa naar voetnoot387 gelezen. Hij zegt veel aanvaardbaars. Ken je hem? Mijn tuintje praalt in Astertooi maar zal nu wel gauw gedaan zijn. Over het Londensche plan denk ik wel, misschien zal het er ineens toe komen. Van ons beiden hartelijk met je vrouw gegroet
je AartvdL |
|