De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Aart van der Leeuw
(1973)–P.N. van Eyck, Aart van der Leeuw– Auteursrechtelijk beschermdL 17Voorburg 13 Maart '27
Beste vanEyck Hartelijk dank voor de toezending van je Leopold beschouwing. Ik vind het een magistraal stuk werk. Tegen je opvatting kan niets ingebracht worden en die van RH is volkomen ontzenuwd.Ga naar voetnoot264 Apropos van dat geschrift van RH, hoe staat dit mij tegen, geen woord ervan of het is ontkenning van het diepste waarop ik mijn leven heb opgebouwd. Niets heeft waarde voor me, dat niet uit de lagen van onbewustheid en onderbewustheid in het volle heldere zonnelicht is gebracht, en daar door den vorm is geheiligd. Je begrijpt dus hoe ik staan moet tegenover dat ‘huiveringwekkend vervreemden en geheimzinnig en beangstigend teloorgaan in onzekere eeuwigheden’. De proef op de som van de verkeerdheid van dit levensgevoel is dan ook de vertwijfeling waaraan zij allemaal die zoo spreken ten prooi zijn. Hoe zich een Elysium te denken, als hiér al niet de afglans ervan gezien wordt[,]+ de vreugde erover gevoeld? Een waar woord van Donne, die toch ook wel wist wat tranen waren: ‘and we go thither (towards Heaven) not that being | |
[pagina 110]
| |
without joy, we might have joy infused into us, but that as Christ sayes ‘our joy might be full, perfected sealed with an everlastingnesse.’Ga naar voetnoot265 Bizonder waar ook dat je de ‘verijdeling’ aangeeft als sleutel om binnen te komen in dien hof der wonderen, die de poe[zi]e van Leopold is. Wat een prachtige dichter is hij toch. Ik geloof dat ik zijn werk evenzeer bewonder als jij, maar het minder liefheb. Zijn, je zoudt bijna zeggen satanische, veeleischendheid[,]+ zijn absoluut gebrek aan kinderlijkheid, en misschien mag ik het zoo noemen, zijn onvroomheid, maken dat, hoezeer ik ook geniet van zijn groote dichterlijke gaven, i[k] toch liever, al mag de uitingskracht er dan ook minder in zijn, de beste verzen van Verwey lees, dan wat Leopold heeft geschreven. Ik vind hem meer een demonisch groote dan een goddelijk groote dichter, en ik kan het niet laten om als ik mij in zijn figuur verdiep, naast de zijne bv. een gestalte als die van Franciscus op te roepen, en dan al mijn ontzag aan den eene maar al mijn liefde [aan] den ander te geven. Veel verwantschap voel je in Leopold met Beethoven, maar in het geheel geen enkele met Mozart. En toch geloof ik dat deze laatste van een weer opbloeiende menschheid eerder de leermeester zal wezen dan de eerste. Hoe gaat het met je? Verbreek eens de wolk van je stilzwijgen, en laat de zon der vriendschap ereens doorheen schijnen. Ben je aan het werk? Ik schrijf aan een roman, die goed half klaar is,Ga naar voetnoot266 en mijn dichtbundel die in het voorj[aa]r uitkomt is al gedrukt. Tegen mijn gestel moet ik altijd erg optornen, maar het lukt toch wel. Over Italië denken en spreken we dikwijls, en het is of ik na die reis, Holland nog veel meer lief heb gekregen dan ik het al had. Ons beider hartelijke groeten ook aan je vrouw
je AartvdL
De rare lucht is heelemaal van je bundel af, de schoone waarde ervan is dezelfde gebleven, en niemand weet meer dat wolken het zich eens aangematigd hebben om de plaats van wilgen te willen innemen. |
|