De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Aart van der Leeuw
(1973)–P.N. van Eyck, Aart van der Leeuw– Auteursrechtelijk beschermdL 9Voorburg 15 October 25
Beste vEyck In de eerste plaats wel bedankt voor je beoordeeling van de vertaling van Vl. Begr. Ik leg me geheel en al bij je zienswijze neer. Vertalen is altijd een hachelijk ding, als het niet door een kunstenaar gebeurt, die het werk herscheppen kan. Ja, ik zal vooral maar den nadruk leggen op de onmogelijkheid van een uitgever te krijgen. De vertaalster heeft zoo geestdriftig haar best gedaan. Je meening over de stukjes zelf las ik met belangstelling. Ik voel ook wel, dat ze niet alle op dezelfde hoogte staan. Maar als ik je de begroetingen noemde die mi. het meest geslaagd [zi]jn, zouden ze dan over[een]+ stemmen met jouw keuze? Je eigen werk beoordeelen is zoo beroerd lastig. Wat is de maatstaf? Het genot, de geestdrift bij het maken? Maar dan zou van mijn laatste verzen bv. Bittere Vreugd het beste zijn. Daarin liet ik mij het meest gaan. Nu achteraf zie ik dat Na Dorheid veel beter is. Het beste zooals jij ook vindt. Wat je over die tweede regel van ‘De Dag’ zegt is zeker waar. Ik heb daar erg in gewurmd en kon het juiste maar niet vinden. Overigens geeft het vers wel veel van mijn gevoel over het leven. Nu heb ik ook je stuk over het Gidsincident gelezen. Niemand, die objectief oordeelt, kan anders zeggen dan dat je slecht behandeld bent. Ik kan je verontwaardiging erover en je reactie erop dan ook best begrijpen. Uit alles wat je over deze kwestie zegt, spreekt de meest volkomen eerlijkheid. Ik ben het dan ook niet eens met de bedenkingen van Coster. Ja, je moést je oordeel over Holst' [lees: Holsts] werk erbij halen, daardoor verkrijgt je stuk eerst zijn ware belangrijkheid, en wordt het van een twist opgeheven tot een strijd over oud en nieuw. Dat is de heele zaak trouwens van het begin afaan ge[wees]t, alleen de strijd- | |
[pagina 68]
| |
middelen van je tegenpartij deugden niet, en verzinnebeeldden een zwakke positie. Het is een fout geweest van Holst dat hij je voor de Gids gevraagd heeft, hij heeft niet ingezien dat hij een vijand in zijn vesting haalde. Ook is het jouw minst sterke punt dat je op zijn verzoek bent ingegaan. Blijkbaar doorzag je toén niet genoeg op welke plaats de Gids stond, en hoe onmogelijk het zou zijn om hem daaraf te brengen (aan de andere kant: je wilde je uiten in het openbaar, en nam de gelegenheid ertoe voor lief). Je wàs een vijand en verwachtte als vriend behandeld te zullen worden. Jij hebt een natuur, die ook bij lijfsgevaar met open vizier wil strijden. Hoe weinigen zijn zoo. Mijn verontwaardiging over de behan[de]ling die je moest ondergaan wordt getemperd door de overweging dat eigenlijk niet anders verwacht kon worden. Een belager? en nogwel binnen in het eigen kamp? Maakt hem af, zoo gauw mogelijk en hoe dan ook. Het is eigenlijk een van de pijnlijkste dingen van mijn wezen, dat ik zoo weinig goeds van de menschen verwacht. Vroeger, toen Emants mijn meest bewonderde auteur was, had ik daar nog veel meer mee te kampen. Door mijn getreiterde jeugd misschien, door de ellendige dingen in familie en ouderlijk huis aangezien? Later na mijn huwelijk, toen ik goedheid in de ruimste zin leerde kennen van een gansche groep zachtgezinden, heb ik niets anders gedaan dan vechten tegen mijn bitter gevoel. Veel heb ik overwonnen, maar telkens toch weer komt dat oude boven, en het deed me ook in jouw geval weer zuchten: ach ja natuurlijk. Maar toen ik me ging verzetten, ben ik naar verzachtende omstandigheden gaan zoeken bij wat ook mijn tegenpartij is. Zijn ze er? Denk je aan rechtvaardigheid alleen dan zèker niet. Daar heb je nu Jacques. Ik kan me goed verplaatsen in je bedroefd en gekwetst gevoel tegenover hem. Toch zal hij zich waarschijnlijk altijd nog je vriend noemen. Die uitspraak die je van Jacques aanhaalde is zoo teekenend. Ja zoo ìs hij. Hij denkt nooit maar doet. Hij leeft in reacties. Hoe onbewust is ook al zijn werk. Onbegrepen gevoelens leiden hem. Voorzoover je in het licht staat, kan hij je niet zien. In den donker koestert hij zijn genegenheid. Wil je tegen den avond bij hem komen dan ben je welkom. Wil je hem dwingen in de klaarheid van je gedachten te zien, en in het heldere van je streven dan verbijster je hem[,] [d]an erger je hem, en omdat hij niet overweegt maar reageert, wendt hij zich op zoo'n oogenblik af. Maar dat heeft voor hèm niet den zin, die een bewust mensch eraan moet geven, van afval of verloochening. Zouden bij de dingen die de Gidsmenschen gedaan hebben er ook niet zijn, die als je moest aannemen dat ze bewust waren op touw gezet, schandelijk waren, maar die je als onbewuste reacties nog eenigszins zoudt kunnen vergoelijken. Ik ken Holst bijna niet persoonlijk, maar uit zijn werk gezien lijkt hij mij ook een onbewuste. Deze kwestie! Hoe gezegend is bewustheid, maar hoe moeielijk en gevaarlijk tevens, wat wordt ze gauw overbewustheid. Ik kan soms [zoo] hunkeren om eens rust te hebben van al het zonlicht, en eens rond te tasten in duister. Is er een evenwicht mogelijk? Zou je beide tegelijk kunnen hebben? Wat een vragen zijn er toch, waarop je het antwoord met je bloed zoudt willen koopen. Heerlijk dat je aan zoo'n omvattend werk bezig bent. En pas 42 als het af zal zijn. Ik word het volgend jaar al 50 jaar. 35 was ik toen mijn eerste bundel ver- | |
[pagina 69]
| |
J.C. Bloem
| |
[pagina 70]
| |
scheen.Ga naar voetnoot169 Mijn geestdrift voel ik niet minderen bij het ouder worden, maar wel kom ik moeielijker boven de lasten van mijn gestel uit. Het strijden ertegen maakt me eerder moe. Ik zou op het oogenblik wel een dichtbundel bijeen hebben. Maar ik wil een zoo ruim mogelijke keus hebben bij het verwerpen van verzen. Dus ik zal nog maar een jaartje wachten. Ik wend op het oogenblik pogingen aan om kinderverzen te maken. Maar het lukt nog niet.Ga naar voetnoot170 Je moet niet voor of over kinderen schrijven, maar het genot dat zij over de dingen hebben met evenveel felheid meevoelen. Me dunkt Stevenson heeft in zijn Child's GardenGa naar voetnoot171 veel bereikt. Ik zou ook graag eens een jongensboek schrijven.Ga naar voetnoot172 Je sprak over de Legende van de Ruimte. Ken je het werk al? Verwey las mij er toen ik bij hem was stukken uit voor, o.a. een Lof op Wordworth [lees: Words-worth].Ga naar voetnoot173 Het zijn rijmlooze verzen, zij deden grootsch, naakt en grenzeloos aan. Veel kwam tot mij wat mij trof, maar ik moest me erg inspannen met hooren, en er ging toch nog veel verloren. Heeft Coenen je gevraagd aan Groot Nederland mee te werken? Dat lijkt me heel geschikt. Dat is neutraal gebied. Beter is natuurlijk een eigen orgaan, maar zoo iets gaat dunkt me ook wel. Dat zou ik prettig vinden als je eens [ov]er mijn werk schreef. Verwey en jij zijn de eenigen aan wier oordeel ik hecht. Moet het perse op een nieuwe bundel wachtten zijn? Is er geen andere gelegenheid voor te vinden.[?]+ - Nogeens las ik je stuk over en dan wat ik je er hier over schreef. Ik denk dat de meeste lezers zullen gelooven, dat iemand aan het woord is, die zich persoonlijk gekrenkt voelt omdat hij onrechtvaardig behandeld is. Ik zie er meer een protest in tegen het feit, dait er onrechtvaardig gehandeld is. Ja ik benijd iemand die niet anders kan dan opspringen als er onrechtvaardigheid gedaan is, omdat hij het onnatuurlijk vindt dat er niet goed is gehandeld. Beter dan te zeggen: natuurlijk dat er weer onrecht gebeurd is. In de laatste uitspraak zit | |
[pagina 71]
| |
misschien meer menschenkennis, maar in de eerste meer droom en dichterlijkheid, en dat is dus juister. Maar het is moeilijk iets tegen je aanleg en ervaring in te verwerven. In elk geval is dit protest van jou uit gezien goed en noodig geweest. 't Doodzwijgen is wel een moorddadige manoeuvre maar er is geen taktiek die zoo op de machteloosheid van den gebruiker ervan wijst als juist d[ez]e. Trouwens wat zou er gezegd kunnen worden? Ben je met Dante en Blake bezig? Blake is een van mijn liefste dichters, in zijn Songs vooral, maar ook veel uit de profetische boekenGa naar voetnoot174 vind ik prachtig, maar ik ben er nog niet toe gekomen ze met verklaringen te lezen en dan gaat natuurlijk veel verloren. Als je eens wat moois (proza of poezie) weet noem het dan eens. Ik ben weinig op de hoogte van de tegenwoordige litteratuur. Hoe is Joyce? In Duitschland is er dunkt me niets? In Frankrijk weinig. Le grand MeaulnesGa naar voetnoot175 vind ik nog magnifiek, maar dat was voor den oorlog. Voel je voor zoo'n boek als Rabavel [lees: Rabevel]?Ga naar voetnoot176 Ik weinig. Valery [lees: Valéry] is goed; Proust ook. Ik ben juist thuisgekomen van een kleine tocht van een dag of zes naar Gelderland. Om daar de Herfst te zien. Prachtig. Bloedroode Amerikaansche eiken en goudbruine beuken e[n] dan een onnoemelijke overvloed van kleurige paddestoelen. Maar ik heb teveel geloopen, dat bezuurt me nu wat. Ik dank je ook nog wel voor de toezending van je de Vries critiek. Een bizonder heldere. Talent heeft de Vr. zeker, maar het is hier alweer de vraag, hoe zal hij zich ontwikkelen, want als hij ten slotte alleen deze bijna dierlijke instinctverzenGa naar voetnoot177 op de wereldweegschaal heeft te leggen dan zal het maar een licht gewicht wezen. Ook ik mag wel zeggen teveel over mijzelf maar wat mij betreft ik hoor jou graag veel over dat wat je bezighoudt vertellen. Het is het beste de pen te laten loopen zooals hij gaan wil. Hoor ik weer eens wat? Hartelijke gegroet met je vrouw ook door de mijne
je AartvdL |
|