De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 182]
| |
341. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 27 december 1917Driebergen 27 Dec. '17
Zeer geachte Heer, Hartelijk dank voor het boekje met opdracht,Ga naar voetnoot455 waarmee ik zeer in mijn schik ben. Ik had U al eerder geschreven, maar wilde gaarne tegelijk bijgaande copy zenden, bespreking van 2 romans.Ga naar voetnoot456 Ik ben natuurlijk niet van plan voortaan veel romans te bespreken, maar wel, als deze een paar typische voorbeelden. Daarom heb ik het niet met een paar opmerkingen gedaan, maar meer uitvoerig. Ik wilde nog vragen of U in der tijd van Ploegsma in Zeist v.d.Berch v.Eysenga's [sic] ChristusmysterieGa naar voetnoot457 ontvangen hebt. Zo ja, zou ik dat dan van U mogen lezen? Ik heb n.l. hier nu 4 nieuwe Christusgeschiedenissen, George Moore,Ga naar voetnoot458 Lipsius,Ga naar voetnoot459 Timmermans,Ga naar voetnoot460 v.Schendel.Ga naar voetnoot461 en zou nu wel gaarne ook dat andere boek er bij lezen.Ga naar voetnoot462 Uw vorige, lange brief heeft mij heel veel genoegen gedaan. Inderdaad heb ik de neiging tot generaliseeren, ik geloof dat dat nog een jeugd-eigenschap is. Goede wil en de tijd zal er het te veel, hop ik, van neutraliseeren. Mientje vertelde mij dat zij nu een lange brief geschreven heeft. Ik weet niet of zij U ook over haar geldzaken gesproken heeft (waarin ik haar naar mijn beste weten geholpen heb) maar in elk geval zoudt U mij pleizier doen met niet te laten merken dat ik er iets over gezegd heb. Natuurlijk heeft zij geen bezwaar dat U er iets van weet, maar ik wil liever niet de schijn hebben, of ik haar zaken niet onder mij kan houden. Ik zou ze ook aan anderen kunnen vertellen. In elk geval is het jammer dat zij er niet een jaar vroeger over begonnen is. Ik zou zoo graag Mordechai nog eens gelezen hebben. Jammer dat het nu weer voor eenige jaren in de trommel gaat. U hebt al weer te veel voor een 4e deel Verzamelde Gedichten: Zichtbaar Geheim, Zwaardjaar, Grenzen en Goden. Anders zou ook dat | |
[pagina 183]
| |
vierde met een tooneel-werk kunnen eindigen. Trouwens zouden Zwaardjaar en Goden en Grenzen niet veel plaats beslaan, en Mordechai ook minder dan Rienzi. Maar 't zal zeker wel lang duren, voor zulk een 4e deel kan worden uitgegeven. En de vrede! Wat denkt U? Amerika, Engeland, Frankrijk blijven op hun stuk, en zoolang herstel van België niet beloofd wordt, principieel terecht, al is het niet duidelijk, voorloopig, wat militair nu nog bereikt kan worden. Zou Reventlow c.s. zich na de verklaring van Crevain stil houden? Ik heb de Kerstrede v. Troelstra met heel wat ergernis gelezen. Zelfs de woordbreuk van Italië komt weer eens op de proppen. V.d.Goes heeft eenig tegengif toegediend.Ga naar voetnoot463 De S.D.A.P. hier te lande vlot toch ook maar mee op de wisselende tijdsomstandigheden, en de Vooys voorspelling in 1907 in Zedelijkheid-Socialisme, dat de leiders in geval van revolutie of oorlog wel eens geleiden konden blijken bij gebrek aan innerlijke vastheid van inzicht en overtuiging, is zeer juist gebleken.Ga naar voetnoot464 Misschien is van deze oorlog dan ook voor goed de doorbraak van het Neo-Kantiaansche door het Marxistische socialisme te verwachten? Hart. groeten van huis tot huis geheel Uw PNvanEyck |
|