De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd307. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 18 augustus 19171917 Driebergen 18 Aug
Zeer geachte Heer Verwey, Hart.dank voor het boekje en de moederlijke zorg waarmee U aan mijn hyperaesthesie op 't punt van denken bent tegemoetgekomen (ook al vindt U 't eigenlijk een ondeugd.) Ook Uw briefkaart in dank ontvangen. Ik ben op het stuk van Permijs' gedicht nog niet gerust, - als is het zeker mijn plicht zoo lang mogelijk goed van vertrouwen te blijven. Het is niet noodig dat de treffende rijmen altijd weer te vinden zijn als Fransche rijmen, en omgekeerd. Zie bv. monastère - fougère. Hier is 't wel rijm, maar naar achter, in 't Hollandsch naar voren, - bijna dwingend klooster-rooster. futaie, clairière geen rijmen in 't Hollandsch. Zou 't dan niet mogelijk zijn dat Permijs zijn eigen gedicht vertaald heeft? Ik zou het akelig vinden, als wij na de druk er achterkwamen dat het een vertaling of bewerking is. Dat v.d.Berch [sic!] het zich gemakkelijk maakt, verwondert mij niet. Er behoort zoo'n onbeschaamdheid toe om niettegenstaande Uw opmerkingen de fictie vol te houden dat het niet denkbaar is, dat de man plotseling scrupuleus zou zijn geworden, nadat hij 't na uw vraag omtrent de tijdschriftjes niet werd. 't Is jammer. Zooals U ziet heb ik de gedichten een naam gegeven, waarvan ik slechts kan zeggen dat ik hoop hem eenmaal aan een gansche | |
[pagina 155]
| |
bundel te kunnen geven, en aan een bundel van nog heel andere verzen als deze.Ga naar voetnoot393 - Bent U weer ingeburgerd in Uw eigen doen? Hart groeten ook aan Mevr. en de thuis zijnde kinderen. Uw hart. genegen PNvE |
|