De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |
293. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 12 maart 1917Noordwijk/zee 12 Maart 17
Waarde Van Eyck, Hoe staat het met je werk? Ik heb dezer dagen met Uyldert besproken, dat met het vertrek van prof de Vooys naar het buitenland en dus: zijn uittreden uit de redactie, een groote verandering gepaard zal gaan.Ga naar voetnoot371 Berlage, niet jong meer, zeer aan zijn werk gebonden, en daardoor vanzelf ook minder betrokken in de discussies omtrent de bouwkunst, zal van die gelegenheid gebruik maken om zich eveneens terug te trekken, liever dan een verantwoordelijkheid te blijven dragen die hij dan alleen: met mij deelen moet. De Beweging zal dan door mij, met twee van de medewerkers, moeten worden voortgezet. Zal ik dat evenwel doen, en wel in zijn tegenwoordige vorm, dan moet ik ook gesteund worden. Gebeurt dat niet, dan zal ik wel het tijdschrift als mijn eigen orgaan handhaven, maar ik heb geen reden maandelijksche nummers van een bepaalde omvang te beloven. Uyldert en jij zijn, mijns inziens, degenen die allereerst voor dat steunen in aanmerking komen. Niet alleen omdat jullie, van de jongere dichters het meest met mij verbonden zijn, maar ook omdat jullie levensrichting het meest aan een orgaan behoefte zal blijven hebben, en er dus kans is dat jullie op den duur het tijdschrift verder zoudt kunnen ontwikkelen. Ik zie dat als mogelijkheid, maar ik verheel me niet dat er voor die verwachting geen grond is in jullie medewerking van de laatste jaren. Er zou zelfs veel moeten gebeuren eer het naar buiten duidelijk werd dat jullie tot het tijdschrift in een engere betrekking staat dan onverschillig welke andere medewerkers. Het is de vraag of dat engere verband blijven kan, en of het gevolgen heeft. Schrijf mij dus eens openhartig hoe je je de ontwikkeling van je werk, daarmede van je uitgaven, daarmede van je verhouding tot de Beweging voorstelt, - een en ander in verband met je omstandigheden, Met hartelijke groeten, ook aan Nelly, Je Albert Verwey |
|