De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd265. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 7 februari 1916[Noordwijk a Zee 7.2.16]Ga naar voetnoot324
W.v.E. Ik zend Mijmeringen V en VI naar van Nifterik.Ga naar voetnoot325 Van Greshoff hoorde ik dat je toch in Heemstede gehuurd hebt. Let eens op of de schim van Beets je daar niet omzweven zal. - Dat de plaats bij Shelley ravin en niet ruim moet zijn, lijdt geen twijfel. Je schrijft: wij nemen natuurlijk de lezing ravine en citeert Rapisardi. Ik merk daaruit dat je AckermannGa naar voetnoot326 volgt. Zijn uitgaaf heeft een goede naam, zoodat er in 't algemeen iets voor is, maar Shelley schreef ravin = prooi en niet ravine = rotskloof. - Van een instituut als de W.B. zullen wij persoonlijke een enkele maal genoegen beleven, maar overigens geen hulp ondervinden. dat kan niet anders. Het staat in dienst van een gedachte die op de massa gericht is, niet - zoals de onze- op de weinigen. Le Fauconnier is je niet sympathiek - maar of nu juist de tentoon.in de N.Kunstkr. zijn superioriteit bewijst? Mijn portret is nu hier. Het Zwaardjaar verschijnt dit voorjaar. hartelijke groeten, ook voor je vrouw en van de mijne. Bij mooi weer hoop ik je nog eens hier te zien. Je A.V. |
|