De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd254. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 19 november 1915Florence, 19 Nov. '15.
Zeergeachte Heer, Uw briefkaart v. 3 of 8 Nov. was de storm die mijn bootje dreef naar een zee van onrust. Daar dobber ik nu rond. 27 Oct. heb ik verzonden: de proeven v.M.Mario, Einde en een nieuw stukje Kunst en Kosmos. Juist in 't gesprek heb ik allerlei verbeteringen waarop ik sta, - als U 't nu maar in 's lieven hemelsnaam ontvangen hebt. Ik heb de | |
[pagina 103]
| |
naam v.'t schilderij weggedaan omdat ik 't niet op mijn geweten durf nemen, hem (t.H.) gedachten (en gevoel) te geven, die ik dan verraden zou. Het gesprek op de M.M. bevat mijn gedachten, en al hebben wij veel samen gepraat, en heb ik verschillende onderdeelen van hem gehoord, - het geheel is mijn, en ik geloof dat het onverantwoordelijk is hem die kalm weg toe te schrijven. Ik had ook niet gedacht dat zijn schilderij zou afkomen. Bovendien weet ik van dat schilderij niets, ik zag alleen de tweede staat, door hem zelf verlaten. Ik hoop dus maar dat U 't ontvangen hebt. Ik las in de krant de lezing v.Wijnschenk Dom. Wat denkt U daarvan?Ga naar voetnoot290 - Ik kreeg Nov.v.De Beweging. Dien eersten dag las ik haar heelemaal uit. Bijzonderlijk Uw 2 bijdragen. De verandering in Greebe is juist als ik wilde. Gelukkig dat U spreekt v.d.oorspr. uitg. Ik zelf heb al jaren geleden mijn latere voor een der vorige, oorspr. verruild. Na ontvangst dezes adres Post Restant Genua. Hart.gr. Uwe PNvE |
|