De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd248. Albert Verwey aan P.N. van Eyck, 22 oktober 1915[Noordwijk A. Zee 22.10.15]
B.v.E. Zooeven je brief over den Haag ontvangen. Van je stukje is de eerste helft plaatsbaar: de tweede slap. Als Greebe gelijk had en zijn werk was goed, dan zou ook ons een nieuw portret van Perk wel genoegen doen. Ik wijzig je tweede helft in dien zin dat deze gedachte wel niet uitgesproken, maar toch ook niet geloochend wordt. Ik hoop dat je de proeven van je twee schetsen en mijn langen brief nu ontvangen hebt. Vandaag, na een week uitstel, lees ik in Groningen voor de LittFac.Vereenig. Onderscheid & Overeenstemming van Poëzie voor en na 1880. Het stuk komt in 't Novrnr. Daarin ook een bespreking van C.G.N.de Vooys' profess. intreerede, die heel goed was:Ga naar voetnoot273 Ten slotte dan je stukje Greebe, dat goed erbij aansluit. Je krijgt daarvan dus geen proef.-Het Septrnr. laat ik je sturen. Het bevatte belangwekkende gedachten van Nine van der Schaaf en ook eenige van mij. Verder verschillende gedichten, en eenige prozastukjes | |
[pagina 98]
| |
van V.v.Vriesland.Ga naar voetnoot274 Het ga jullie wel. Ik zag van ten Holt een Vlucht naar Egypte met goeds in de kleur. - Je Alb. V. |
|