De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd243. P.N. van Eyck aan Albert Verwey, 10 september 1915Siena, 10 September '15
Zeergeachte Heer, Uit Assisi zond ik U een langen brief en wachtte tot heden met verlangen een brief van U. Wel ontving ik hier in 't begin een briefkaart. Ik heb nog niet gemerkt, dat post uit Holland niet terecht komt. Schrijft U dus gerust een brief, zoo U dat zoudt willen doen, maar door de tijdsonzekerheden weerhouden zoudt worden. | |
[pagina 90]
| |
Hierbij - daarom teekende ik aan - zend ik U wat proza. Het doel der zending is feitelijk ‘Gesprek op den Monte Mario’.Ga naar voetnoot248 Er is echter nog een ander klein stukje bij, ‘Einde’,Ga naar voetnoot249 waarover in dat gesprek ook gesproken wordt, mocht het hoofd-stuk U bevallen, dan kunt U daarna het kleintje lezen, en bepalen of plaatsing ook van dat U wenschelijk voorkomt. Na het andere dan, dunkt mij. (of wordt dat een anti-climax?) Ik hoop zeer dat ik er iets van U over hooren zal. Over mijn vorige zending ontving ik geen ander oordeel dan de plaatsing en toch is het prettig uit de verte ook een woordje van beoordeeling te hooren. Mocht U het plaatsen, - krijg ik dan drukproef, gelijk bij Praxiteles? Ik zou het niet gaarne ter perse zien gaan, zonder er zelf, in gedrukten toestand, nog even over gepondereerd te hebben. Hier is het als het kan nog heerlijker dan in Assisi. Eindelijk ben ik heelemaal in de natuur. De villa ligt een heel eind buiten Siena. Van uit mijn eene raam zie ik de stad liggen aan de kim, van uit het andere zien wij de heuvelen van Siena voor ons. Het is verrukkelijk. Wij zijn den heelen dag buiten. De plaats is groot en achter in, waar natuurlijk (!) niemand komt, aan de rand van de heuvel, tusschen een paar cypressen hebben wij ons vast plaatsje, waar wij lezen en werken. De vallei ligt aan onze voeten en daarachter de begroeide heuvelrijen, hoe langer hoe hooger naar de kim toe. 'S Morgens hebben wij er de schaduw, 's avonds zit ik er naar de ondergaande zon toe. Wat dunkt U van zulk leven? Daar geniet ik nu, ik lees, ik schrijf aan mijn studie, vond al eens en gedicht nu en dan. Zoo gaat de tijd voorbij. Is het niet àl te Welt-entrückt? Maar het is beter voor de toekomst dan voor het heden te leven als men vol is van plannen, omdat het heden uit zich zelf wel zóó sterk is, dat het ons aan zich doet werken.* Misschien blijven wij hier nog veel langer dan wij dachten - wij zijn hier al een maand nu. Dat hangt van Nelly, en van een andere toekomst af.Ga naar voetnoot250 Terugkeeren naar Holland kunnen wij in ieder geval voorloopig niet. De Beweging heb ik niet ontvangen nog. Hij zal wel gauw komen. Van mijn bundel heb ik nog geen verdere proeven ontvangen. Ik weet niet wat v.Dishoeck mankeert. Het kan mij niet veel schelen, - alleen, wanneer latere publicaties zouden willen komen, zouden ze elkaar zoo dicht op één volgen. Wanneer komt Uw groote bundel uit? Bevalt hij U boekkunstig? Dat boek hoop ik in ieder geval in Italie te kunnen ontvangen, alsmede Henr.v.d. Schalks nieuwe bundel. Ik vond bij een Hollandsche, die hier al is, van Looy's Reizen.Ga naar voetnoot251 Dat ben ik nu, met welk een genot, aan 't herlezen. Wat wou ik toch graag zoo reeel en visionnair tegelijk, en zóó rijk kunnen schrijven! | |
[pagina 91]
| |
Schrijft U ook eens hoe het met Uw eigen arbeid gaat? Begint reeds weer een nieuwe bundel gestalte aan te nemen in Uw geest? Bent U nog met kritisch werk bezig? Ik hoor niets, niets, niets. Niemand schrijft mij, ik leef hier op mijn heuvel zonder tijdingen. Zal ik, terug gekomen, ook persoonlijke aanvoeling herkrijgen? Met U, natuurlijk. En Jacques is en blijft mijn persoonlijke vriend. Ik zag dat een mijner uitgevers n.l. Simons, in een lof zijner uitgeverij er op wees hoe hij naast de natuurpoezie van Bonn,Ga naar voetnoot252 ook de neo-rhetoriek van van Eyck in zijn boekenlijst had opgenomen! Het is zeer veelzijdig, inderdaad, maar of het een aanbeveling is? - En dan, is sinds De Sterren en een deel der Uitzichten, mijn, laat ik het noemen ‘stijl’ niet zuiverder geworden? De Epiloog - Furia Dormiens - Praxiteles? Ik zou het zoo gaarne eens van U hooren: kan men naar aanleiding van die verzen van rhetoriek spreken? Maar het doet er niet toe, ik kan tóch niet anders schrijven dan ik doe en ik streef naar zuiverheid.Ga naar voetnoot253 U hebt Ten Holt leeren kennen. Ik heb niets van hem gehoord, sinds hij vertrok. Eén briefkaartje uit 't begin. Maar dat zal zijn reden wel hebben. Hij is een zeldzaam goed mensch en hij kan prachtig schilderen. Het is al weer zoo lang sinds hij vertrok. Wij hebben ontzaglijk veel aan hem gehad. Zonder hem ware ons verblijf in Rome minder mooi geweest. Ik hoop dat hij goed zal kunnen werken. Jacques zal wel weer gauw zijn examen moeten doen. Ik schreef hem pas nog eens een briefkaartje. - Wat zegt U nu van de kwestie Perk? Eén ding lijkt mij toch wel zeker, dat de heer Greebe, afgezien van het feit dat hij de grootste knoeischrijver der wereld is, ook kritisch en psychologisch in het knoeien een aanmerkelijke hoogte bereikt heeft. Terwijl insinuatielust de fraaie trias van eigenschappen volledig maakt. Hoor ik nu werkelijk eens spoedig van U? Ik hoop natuurlijk vóór die tijd ook nog wel eens wat van U te ontvangen. Gaat alles met de kinderen goed? Bent U beiden gezond? Hartelijke groeten en wenschen, namens Nelly eveneens, aan allen Uw hart toeg. P.NvEyck
P.S.De brief heeft tot 14 Sept.gelegen vóór ik hem verzenden kon. De Beweging is nog niet gekomen, helaas. Aangeteekende zendingen komen altijd te recht en in aanmerkelijk mindere tijd.
* Helder uitgedrukt lijkt mij deze gedachte niet. |
|