De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |
205. P.N. van Eyck en Nelly van Eyck-Benjamins aan Albert Verwey, 22 september 1914Rome, 22 Sept. '14.
Zeergeachte Heer, Gister kwam Uw brief van den 15e al, - de post doet er nog maar 5 dagen over en heel geregeld, - gelukkig. Hartelijk dank voor Uw schrijven, het was mij zoo welkom als ooit en er was veel in dat mij bezighield. Ik schreef, ook juist gisteren, een klein stuk over de vernieling v.d.Kathedraal van Rheims. Het gaat hierbij, - U kunt het misschien gebruiken.Ga naar voetnoot70 Ik schreef er een over Nietzsche* en Dostojewsky, in de derde afdeeling. Zeker zal ik het door U opgeworpen vraagstuk moeten doordenken. Is het de wil tot deze macht, die Nietzsche's philosophie in haar laatste stadium leerde? Nog in Zarathoustra is er geen sprake van, Zarathoustra, die, met de goden spelend, zijn teerlingen wierp op de goddelijke tafel der aarde! Wat heeft modern Duitschlands soldaten- en professordom van Nietzsche geleerd? Zijn dit Zarathoustra's? Hij heeft toch niet voor niets zijn omstanders en hun kinderen afgewezen, omdat zij enkel vóórvaders van de Uebermensch konden worden? Zeker is zijn begrip van de Uebermensch later nog gewijzigd. Maar niet zóó. Een monsterlijke misvatting is er, door haar gevolgen als zoodanig gekarakteriseerd. Wat zult U van mijn stuk zeggen? Ik geloof dat er dingen in staan die geen burger vergeven zou als hij ze las. Omdat hij niet begrijpen kàn, dat het iets anders is een zaak te beoordeelen van uit het standpunt van de mensch of uit dat van de menschheid. Het is trouwens mijn zorg niet, - wel, hoe U er over denkt, - ik heb mij naakt gegeven. Ik las met spijt wat U van De Beweging schrijft. Heel schitterend vond ik die vrees niet. Hij is klein. Gelukkig dat U nu weer vrij zijt. Hebt U opgemerkt, dat meermalen de hoofdred. v.d.Rotterdammer gunstig voor Duitschland trachtte te stemmen? Zou hier het kortzichtige belang van Rotterdam spreken, dat, bij de invoer van graan in Duitschland, een schrik moet hebben voor een vijandige kentering, wég van Duitschland? Het is een koopstad toe te vertrouwen. - Wat zou ik graag die afleveringen ontvangen, die ik nog niet heb. N.l. Juli en September. Zou ik die niet, samen met de Oct.aflevering kunnen krijgen, nu de post goed gaat? Maar Versluys' adres is allerraarst. Het is een wonder, dat de Augustusafl. mij bereikte. Ik zou er heel blij mee zijn. Hebt U geen gebrek aan copy in deze tijden? Ik ben benieuwd wat U uit mijn brief hebt aangehaald. Ik schrok eerst, - het is een brief, - maar als zoodanig zal het ook gelezen worden. Ik ben zeer verlangend naar Uw beschouwingen. Mocht U mijn stukje plaatsen, dan wilt U 't zeker wel dadelijk laten zetten, zoodat ik er de proeven van kan zien. Het is getypt, - dat scheelt veel, als ze er geen knoei-jongen aanzetten, wat dikwijls gebeurt bij goede copij. Ik ontving twee weken geleden een vijftal verzen v.Jacques Bloem, die hij van plan was, naar U te zenden. Er was bijzonder moois in, strofen zoo innig - ontroerend. Die eigenaardige | |
[pagina 32]
| |
omperkte persoonlijkheid zal zijn bundel een charme geven.Ga naar voetnoot71 - Ik zelf heb weer verzen geschreven, en ik ben aan een grooter, laat ik zeggen dialogisch gedicht bezig.Ga naar voetnoot72 Binnenkort, wanneer ze wat gelegen hebben, kan ik U misschien wat sturen, tenzij U geen gebrek aan verzen hebt, want dan kan ik het zoo goed wachten. Verondersteld dan, dat U ze goedkeurde. Het is vreemd, mijn eigen leven blijft zijn gang gaan, - niettegenstaande wij er nu ook diep in zitten, in de oorlog, en vooral ook door het spoedig komen v.de De Rotterdammer, - dat merk ik aan de verzen zelf, waarin ik nog geen aanwijsbare invloed van de[n] nieuwen wereldtoestand bemerk. Reden genoeg weer tot eenige hoofdbreken! Die brengen mij op wat U schrijft over mijn journalistiek. Het was een verlichting voor mij. Wat was ik blij, dat U zoo voelde. Ik zal Uw raad zooveel mogelijk opvolgen. Maar wat heb ik somtijds de briefstijl van. V.d. Woestijne, mij niet sympathiek, kunnen begrijpen. Vooral in die pausdagen. De schijn wordt in zoo ontzettende hoeveelheden over je heengeworpen dat een zoo onveranderlijke ernst, - dat het bijna onmogelijk is niet, een beetje zurig, te schertsen. In de eerste plaats over je zelf, omdat je je niet thuis voelt, en omdat dat het dichtste bij is. Ik zal het trachten te vermijden, ernstig mijn werk doen, en liever voor een dood-vervelend schrijver doorgaan, dan het tegendeel bereiken. Financieel, heeft deze betrekking toch heel veel voor, - ik kan zeggen dat ik volkomen mijn eigen tijd tot mijn beschikking heb, zoodat ik niet muilbanden hoef aan te leggen, aan neigingen, wier komst/zich niet naar kantooruren regelt. En dan, vooral, de plaats waar wij zijn! Het oude Rome is en blijft wat mij pakt hier. Architectonisch vind ik Rome im grossen und ganzen een verschrikkelijke stad. Het aantal afschuwelijke Kerken is letterlijk ontelbaar. Zij hebben gemeenlijk niet eens de onbeduidendheid die maakt dat men ze niet ziet, - zij schreeuwen. Ik wil echter op dit punt niet opnieuw beginne. Ik heb hier de oude beeldhouwkunst! Probeert U niet Uw Inleiding in de W.B te krijgen?Ga naar voetnoot73 De ander is zóó goed gegaan, en het publiek houdt van bloemlezingen. Het trof mij, dat U de Gouddelver gekozen hebt, een van de gedichten, waarvan ik indertijd het meeste hield. Wilt U, zoo het tot een druk komt in het begin een der eerste regels wegschrappen. Ik heb geen ex.v. Uitzichten hier, is het niet de derde: Ik scheurde mij van al mijn banden los. Die moet er uit, en de volgende regel begint dan 'K Verliet. Het zou aardig zijn, wanneer 't verschijnen kon.Ga naar voetnoot74 Een der laatste dagen - den voorlaatste[n] - voor de oorlog heeft één boekhandel in Rome de uitgave van Mallarmé's Un Coup de Dés Jamais n'abolira le Hasard gekregen. | |
[pagina 33]
| |
Eindelijk is dat gedicht nu uitgegeven, behalve, onvolmaakt, in het tijdschrift Cosmopolis.Ga naar voetnoot75 Ofschoon ik een der zeldzame bezitters v. dit laatste ben, - heb ik niet kunnen nalaten het te koopen - het telt slechts een tiental pagina's - en ik denk er over te schrijven. Vreemde gedachte, te midden van den bloedenden strijd van moorddadige en luidruchtige instincten dien man te denken, in de stilte van zijn salon, een der weinigen die na een levenslangen strijd om het Absolute, ten slotte in de hoogte hun échec leden. Die titel! Ik geloof, dat U het wel interessant zult vinden en er dus wel een plaats voor zult hebben. Ik zal niet weten hoe ik het heb, mijzelf weer eens in het tijdschrift te zien, weer eens, als Jacques het noemt, eieren te leggen in het roode nestje.Ga naar voetnoot76 Uw bundel heeft toch voortgang? Ik hoop het. Wanneer kan de verschijning tegemoet gezien worden? Of wordt de publicatie uitgesteld? Als die van mijn boekje, dat nu definitievelijk den naam verkregen heeft van ‘Het Ronde Perk’. C'est ça, en zoo moest het zijn. Er is, als in mijn vorige twee bundels, een klein gedichtje voorin.Ga naar voetnoot77 Meer en meer kan ik het goed vinden met Ten Holt, over wien ik U de vorige maal schreef. Den eersten avond ontpopte hij zich, niet als een lauw bewonderaar, maar als een geestdriftig kénner van Dostojewsky. De laatste keer als een bewonderaar van George. Ik citeerde het prachtige gedichtje uit Das Jahr der Seele: Seht was mit Trostgeberde / Der Mond uns räht / Tretet weg vom Herde / Es ist worden spät.Ga naar voetnoot78 Verrassing toen hij het geheel kende, beter nog dan ik, en niet alleen dat. Op die wijze ook ‘herken’ je elkaar. Hij is lid v.d. Moderne Kunstkring, en had U daar wel eens ter tentoonstelling gezien.Ga naar voetnoot79 Uw gedicht aan Kandinsky schijnt in die kringen indruk gemaakt te hebben.Ga naar voetnoot80 Hij is | |
[pagina 34]
| |
bezig met een Vlucht naar Egypte. Ik ben nog maar één maal op zijn atelier geweest. Nelly heeft bijzonder veel aan de familie Koelman. Zij is U beiden zeer dankbaar, - zij heeft geregeld briefwisseling gehouden zoolang zij in Villegiatura waren. Vooral Virginie, die van haar leeftijd is, en artistiek-literair een ontwikkeld meisje. Dat is toch altijd prettig. Nu de zomer voorbij is, gaat het onze gezondheid ook veel beter. Wij zullen nu de vuurproef van het Romeinsche Klimaat wel doorstaan hebben. De brief moet nu weg, - om het stuk. Wanneer U er wat aan hebt, is het 't beste dat het spoedig in Uw bezit is. Ik zal Versluys nog maar een briefkaartje sturen. Hartelijkste groeten, ook namens Nelly (die dankt voor Uw groeten) ook aan Mevrouw, en Uw kinderen van Hoogachtend Uw P.N.v.E.
Ik vergat nog, iets te schrijven over de Duitsche dichters. Gundolf, Wolfskehl, zij zijn, slecht gezegd, in meer dan één opzicht toch altijd afgeleide figuren. Juist de houding van George interesseert mij. Hoe zal de schrijver van de Zeitgedichte, (van Porta Nigra en Goethe) zich uitspreken?Ga naar voetnoot81 Zal hij zijn heele leven wankel zetten?
Hartelijke groeten, ook aan Mevrouw en de verdere huisgenooten van Nelly V.E.B.
* Ingaand op Uw opmerkingen. |
|