De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
154.
| |
[pagina 240]
| |
me de eerste spelen leende, - Van Deyssel die ze bewonderde - besentimentaliseerde is het woord - George die hier, in mijn eetkamer, tegenover v.Deyssel de meening uitte dat ze geen hooge kunst waren.Ga naar voetnoot473 Voor mij waren ze niets, maar ik heb er me weinig over uitgelaten. Zijn latere werken heb ik niet gelezen. Ook een - korte - persoonlijke ontmoeting, in den Haag, nadat ik de vertooning van een van zijn stukken had bijgewoond, heeft niets uitgewerkt. Bertke is nu naar Leiden.Ga naar voetnoot474 De zin betreffende schablonen kan, zooals je zegt, gewijzigd worden. De vraag al of niet Bertke geloof ik dat je beter doet niet nader aantestippen. De voorzichtigheid, nu door je betracht, staat je goed. Jij hebt de vraag weer gesteld (die door Kalff, en na hem door Tinbergen, werd verwaarloosd). De beantwoording is een tweede: wat ik je daarover vluchtig schreef is een geschikt thema om, na het verschijnen van je boekje, door me te worden uiteengezet. Wel kun je een noot toevoegen betreffende Tinbergen: hij heeft in zijn Middeln.lyriese Gedichten (Van alle Tijden red.Kaakebeen + Ligthart) het gedicht uit de H.B.heelemaal opgenomen, maar als van Bertke, en zonder Knuttels uitlating ter sprake te brengen. Dat was in 1910.Ga naar voetnoot475 Ik las met belangstelling wat je over Van Vriesland schrijft. Maeterl. voor 't Decrnr. Je hebt zeker al gemerkt dat het ‘gekal’ van v.d. Woestijne in 't Weekblad stond.Ga naar voetnoot476 Denkelijk morgen gaan we weer naar Villa Nova en zullen dan binnen enkele dagen in ons oude doen zijn. Hartelijke groeten van allen, Je A.V. |
|