De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
93.
| |
[pagina 165]
| |
lezing. Van alle proeven (en revisies) 2 Exx.s.v.p. Ook mij schikt niets zoo goed als haast. Liefst heb ik voór 1 Octr. de heele correctie achter me. Voorloopig dank voor je moeite met Oedipus. Ik vergeleek met Hölderlin en niet tot K's nadeel, - in aanmerking genomen dat hij jong is en een zwak geluid heeft. - Jammer van de twee verzen die nu uitvallen.Ga naar voetnoot292 Een van de groote zou dan in de plaats kunnen komen. Maar dat later, tenzij je nu dadelijk dat wat je meest geschikt vindt, sturen wilt. Ik vond, zooals je weet, alles goed. t.t Wolfsk. vertelde me dat Andrian in Duitschland verlof gegeven heeft tot het herdrukken van den Garten (nog in den handel). Daarmee vervalt de scrupule die ik vroeger noemde.Ga naar voetnoot293 |
|