De briefwisseling tussen P.N. van Eyck en Albert Verwey. Deel 1: juli1904-april 1914
(1988)–P.N. van Eyck, Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
63.
| |
[pagina 124]
| |
worstelingen van uw gemoed en gedachten weer, en wat mij het meest erin aangrijpt - en laat ik, met dit te zeggen, tegen mijn gewoonte uit mijn estetisch kritische houding treden - dat is de hartstocht, d.w.z. de ernst van uw innerlijk wezen die zich m.i., in vroegere dergelijke gedichten van u, nooit zoo groot en zoo overtuigend heeft uitgesproken. Dit is het element dat, ook achter uw Getijden aanwezig, meer dan eenig ander vertrouwen wekt. De terugblik aan het eind geeft een gelukkige en verzoenende afsluiting. Waarom te bang te zijn voor overeenstemming met anderen? We zijn niet enkel onszelf, maar organen van een heel leven dat meerdere monden heeft. Laat het zich hier of daar op overeenkomstige wijs uitspreken - het is een teeken dat er in ons allen een verwantschap is, zooals, naar uw gevoel, de muziek aan de voorwerpen in een kamer geeft. Het gedicht bij Dullaert begint inderdaad op pag. 125, maar - die bladzij is abusievelijk genummerd 127, zoodat dit nummer tweemaal voorkomt. Ik had dat niet opgemerkt.Ga naar voetnoot193 Ook als uw plan niet doorgaat, moet, dunkt mij, naar de papieren van dien Amersfoortschen heer geïnformeerd worden.Ga naar voetnoot194 Ik stel daar zeer veel belang in en hoop dat u mij op de hoogte houdt. Groetend de uwe |
|