Aanteekeningen
Bij blz. 1. - Hable de Grace: Het Fransche Le Havre, aan de kust van Normandië. De eerste Franschen, die in 1629 op Tortuga, ‘L'île de la Tortue’, landden, waren Normandiërs, afkomstig uit Dieppe. Zij doopten het eiland toen ‘Nouvelle Normandie’.
Dienaers van de Compagnie: De tabakplanters op Tortuga lieten werkkrachten uit Frankrijk komen, die zich contractueel, meestal voor drie jaar, verbonden. Deze werkkrachten, ‘engagés’ geheeten, werden aangeworven door speciaal voor dat doel uitgezonden wervers, die hen half overreed door mooie voorspiegelingen over de rijkdommen van Amerika, half gedwongen aan boord brachten en hun overtocht voor hen bekostigden. Maar eenmaal in dienst van de planters bevonden zij zich in een positie, niet ongelijk aan die van slaven: zij waren gedurende die drie jaar volkomen het eigendom van hun meesters, die hen slecht behandelen konden zonder dat de ‘engagés’ eenig verhaal op hen hadden; zij konden ook tijdens hun dienstjaren aan anderen overgedaan worden, zooals Exquemelin zelf overkwam. Na afloop van hun diensttijd sloten deze ‘engagés’ zich vaak bij de boekaniers aan en kregen dan gelijke rechten.
Bij blz. 7. - Espaniola: Hispaniola, ‘Klein Spanje’, het tegenwoordige San Domingo.
Bij blz. 14. - Monsr. Ogeron: Bertrand d'Ogeron, van 1664-1665 gouverneur van Tortuga, door de Fransche West-Indische Compagnie daar aangesteld, nadat zij de Spanjaarden, die sinds 1654 weer in het bezit van het eiland waren gekomen, er van verdreven had.
Bij blz. 15. - Stukken van achten: Een stuk van achten had de waarde van ± 3 gulden Hollandsch (Volgens de Engelsche berekening 4 sh 6 d.)
Bij blz. 67. - Chase partije: Chasse partie, ‘verdeelde jacht’. Sommigen zien in dezen term ook een verbastering van ‘charte partie’, cherte-partij, scheepvrachtcontract tusschen bevrachter en vervoerder.
Bij blz. 84. - Een seecker Mansveldt: Een Hollander, geboortig uit Curaçao. De Engelschen noemden hem Mansfield. Hij was de admiraal der boekaniers. Hij stierf in 1665, volgens het eene bericht aan den gelen koorts, volgens het andere te Porto Bello, door de Spanjaarden