C.H.D. Buys Ballot. 1817-1890
(1953)–E. van Everdingen– Auteursrecht onbekend
[pagina 44]
| |
Eerste huwelijk.
| |
[pagina 45]
| |
reis is bekort. Uit diezelfde brief blijkt, dat de ouders bij het jonge paar zullen gaan logeren. Overigens is ons van de reis niets bekend geworden. Vrij kort daarop is de zoon jarig, 10 October. Hij krijgt van zijn ouders vermaningen om toch vooral om zijn eeuwig heil te denken, o.i. vrij overbodig voor iemand, die niet alleen zijn hele leven een trouw kerkganger gebleven is, maar die ook in woord en geschrift en in zijn gehele levenswandel een oprecht godvruchtig mens bleek, al zijn dan zijn godsdienstige overtuigingen niet zo rechtzinnig gebleven als die van zijn ouders. Van het begin der meteorologische waarnemingsreeks op 1 December horen wij nog niets in deze correspondentie. 20 Februari horen wij voor het eerst van een blijde verwachting in het jonge gezin. Betsy, die op 4 April 1817 geboren was, maakt de indruk, een teer popje geweest te zijn uit een niet sterk geslacht. Haar vader stierf reeds in 1829, toen zij twaalf jaar was, haar moeder heeft haar overleefd. Buys Ballot schrijft steeds over haar als het ‘snoepje’. Zij was blijkbaar ook dol op haar man, is blij verrast, wanneer hij eerder dan verwacht werd uit Brakel terugkomt en schrijft hem trouw, wanneer hij op reis is in het buitenland. Op 14 Mei 1849 wordt een dochter geboren, Francina Geertruida Jacoba. Blijkens een brief zijn de voornamen gekozen door de grootouders voor het geval, dat het een meisje mocht zijn, en houden deze verband met de namen van die grootouders. Het kind wordt door minnen gezoogd. Dit geeft later aanleiding tot een vermakelijk misverstand, als grootpapa begrepen heeft, dat het kind al gespeend is, voordat de tandjes alle door zijn (20 April) en zijn omgeving hem waarschuwt, dat dit te vroeg is. De moeder verdedigt zich verontwaardigd: dat weet zij zelf toch ook wel! Het was een misverstand en grootpapa excuseert zich. Natuurlijk bespreekt hij alles, wat zijn kleinkind betreft, met zijn omgeving en hij meende geen kwaad te doen. Eerst op 12 Juni is het inderdaad zover. Overigens horen wij uit de brieven geen bijzondere feiten; 20 Juli | |
[pagina 46]
| |
gaat een bezoek van de ouders niet door, omdat Betsy ziek is en Francina ook, maar 27 Juli zijn er weer betere berichten. Wonderlijk is het overigens, dat wij in geen van de brieven iets vernemen over de te verwachten geboorte van een tweede kind; noch van een daaraan voorafgaande ongesteldheid van de moeder of van Francina. De geboorte van de eerste zoon, Cornelis Sebastiaan, zo genoemd naar de grootvader van moeders zijde, wordt door een zware slag voor Buys Ballot gevolgd: drie dagen na de geboorte, op 22 November, overlijdt Francina, en op 7 December daaraanvolgend de moeder! Ook in het doodsbericht worden geen oorzaken genoemd. Wij kunnen ons levendig de wanhoop van de vader voorstellen, plotseling van vrouw en dochtertje beroofd en achterblijvende met een zoontje van zeventien dagen! Aangezien nu de brievenverzameling ophoudt (de grootouders waren juist in Utrecht komen wonen), weten wij niet met zekerheid, hoe het kind is opgevoed. Een enkele aantekening uit een brief vermeldt, dat het kind met de dienstboden op bezoek kwam bij de grootmoeder, mevrouw Buys Ballot-Lix Raaven, waaruit men zou kunnen afleiden, dat de vader zijn enige schat niet aan anderen heeft willen toevertrouwen, al heeft hij natuurlijk veel aan het personeel moeten overlaten. Zeker is alleen, dat het kind tot een krachtig man is opgegroeid. | |
Tweede huwelijk.
| |
[pagina 47]
| |
Hoogeveen, dochter van Krijn Hoogeveen en Martha Kuinema van Scheltinga Nering Bögel. Behalve een nota van de huwelijkscadeau's van de bruidegom aan de bruid troffen wij in het archief niets aan omtrent aanleiding of voorspel van dit huwelijk, en evenmin brieven van of aan haar tijdens het huwelijk. Volgens de herinneringen van mejuffrouw Suermondt was de tweede mevrouw Buys Ballot klein, gezet, opgewekt en driftig, maar een lieve persoonlijkheid, niet zo godsdienstig als de schoonouders geweest waren, maar die toch ieder van de kinderen bij haar afscheid een woord kon meegeven in het leven, dat zij nooit vergeten hebben. De vriendinnetjes en vrienden van de kinderen zeiden: ‘Wat heb jij een lieve, gezellige moeder!’ Zij moet zeer veel goed gedaan hebben. Vele pakken gingen altijd het huis uit, ook ieder jaar tegen Sint Nicolaas, éen naar het boswachtersgezin op de Delle, dat voor ieder, jong of oud, bevatte, wat hij juist verlangde. Ook lees- en schoolboeken, want de vrouw onderwees zelf 's winters het geïsoleerde gezin. Al was grootmama een waardige professorsvrouw, die zeer genoten heeft van de verering die haar man mocht ondervinden, zij trok ook gaarne met de kinderen naar volksfeesten en dergelijke amusementen. Wandelde zij met grootpapa, die nooit iemand zag of herkende, dan was haar woordje ‘Grieks’ voldoende, om hem naar zijn hoed te doen grijpen en te groeten. Grootpapa kon haar wel erg plagen en aan het schrikken maken, bijv. door plotseling uit de gang naar binnen te hollen en ineens voor haar op de tafel te springen, waaraan zij rustig zat te handwerken.
Ter aanvulling van de boven gegeven karakterschets van de tweede mevrouw Buys Ballot vermelden wij hier nog, dat zij ook blijkens het portret, dat vermoedelijk uit dezelfde tijd stamt als het meest bekende portret van haar man (1872?), een vrij gezette vrouw was met een enigszins vermoeid uiterlijk, lichamelijk blijkbaar een grote | |
[pagina 48]
| |
tegenstelling met de eerste vrouw en beter opgewassen tegen de zware taak als moeder van een groot gezin en echtgenote van een man met een zo veelomvattende functie. Toch is zij ontijdig heengegaan vóór de zilveren bruiloft, toen haar jongste zoon eerst twaalf jaar was. Een enkel zinnetje uit mededelingen van mejuffrouw Suermondt: ‘als (na spelletjes met vader) de kinderen door het dolle heen waren, verdween de professor naar de studeerkamer, waar altijd rust heerschte, en zijn vrouw moest de wilde beertjes weer kalmeeren’ geeft wel aan, dat mevrouw de kalme en rustige huismoeder was, die in zulk een druk gezin vereist werd. Zeker is, dat haar heengaan (zij overleed na een zeer lange en pijnlijke ziekte) een nog zwaarder slag voor Buys Ballot is geweest, zoals bleek uit zijn aanvankelijk besluit, alle internationale betrekkingen vaarwel te zeggen en uit zijn afwezigheid op het congres van 1879. Volgens mejuffrouw Suermondt moet de vader heel veel van zijn kinderen gehouden hebben, want de liefde en eerbied, waarmede haar moeder altijd over hem sprak, was zeer, zeer groot. In weerwil van het ontzettend drukke leven, dat hij leidde, was er toch altijd even tijd om met hen te spelen, toen zij klein waren. Zo was er een erg geliefd spel: een eenzaam reiziger trekt door een groot, dicht bos met wilde beesten, - dat met zo'n vuur gespeeld werd, dat bij de overval op de reiziger een der kleine beertjes hem door zijn schoen heen in zijn voet beet! Ook wandelde hij met hen, als het enigszins kon, maar was dan wel eens zo onvoorzichtig, hen zelf de weg te laten kiezen, en dan was het ‘langs de geitjes’. Dan had hij spijt, want ieder geitje moest aangehaald worden, maar beloofd was beloofd, al was de tijd kort en wachtte er veel werk. Eerlijkheid en getrouwheid in groot en klein was een sterke karaktertrek van hem. Buys Ballot was huiselijk en hield van dieren. Zijn kater Hinze zat op de vaste uren van zijn thuiskomst op hem te wachten, vloog naar beneden, zodra hij de sleutel in de voordeur hoorde steken, sprong door de groen saaien tochtdeur, verwelkomde zijn baas en samen, poes steeds langs zijn benen strijkende, gingen zij dan naar de studeerkamer om, zoals het heette, samen de krant te | |
[pagina 49]
| |
gaan lezen, poes altijd tronende op de armleuning van zijn stoel. Enkele heel goede vrienden had de professor; het bij elkaar zitten, zwijgend, was hun volkomen genoeg. Hij was ook een groot schaker.
In deze periode valt de aankoop van de drie landgoederen op de Veluwe, De Delle, Wilna en Westraven. Gedeeltelijk was deze gedacht als geldbelegging met de bedoeling, door ontginning de waarde te verhogen, gedeeltelijk, althans wat de Delle betreft, als ontspanningsoord voor de zomer. Westraven was het vruchtbaarste landgoed, Wilna was matig vruchtbaar, de Delle bracht weinig op, maar vermoedelijk hebben de verbeteringen hun effect niet gemist. In een dagboek van de oudste zoon van 1888 vinden wij herhaaldelijk melding gemaakt van uittochten met stokken, om die met de boswachter uit te zetten, als verbeteringen werden afgesproken of er sprake was van verkoop van een perceel. Nadat aanvankelijk de oudste zoon het had geërfd, is het door deze voor 75.000 gulden verkocht aan ‘Het Geldersch Landschap’, naar de familie meende ver beneden de waarde. De herberg ‘de Delle’, die ook op het landgoed stond, was echter in 1922 nog het eigendom van die oudste zoon. Iedere zomer ging de familie enige maanden naar ‘de Delle’, waarvan niet alleen de kinderen maar ook Buys Ballot bijzonder genoten wegens het natuurschoon, maar ook wegens de rust en de gelegenheid tot ongestoord werken in de koepel, op vijf minuten afstand van het woonhuis gelegen op een verhoging, van waar men een fraai uitzicht genoot vooral naar de kant van Heerde. Op bepaalde uren mochten de kinderen niet binnen een bepaalde straal van de koepel komen en was de rust volmaakt. Tevens gaf de meerdere vrije tijd gelegenheid tot fluitspel, waar in de stad bijna niet van kwam: Buys Ballot had met zijn eerste vrouw veel gemusiceerd. Met de boeren uit de omtrek sprak hij veel over het weer en het gewas. Hun vast geloof in de invloed van de maan op het gewas interesseerde hem sterk: iets, waarmede de boeren sinds eeuwen | |
[pagina 50]
| |
hadden gerekend, zou wellicht toch wel enige grond hebben? Maar waar moest men de betrouwbare gegevens voor een wetenschappelijk onderzoek vinden? Hij trachtte ook met de boeren Veluws te spreken, maar dit was over het algemeen geen succes. Bij de koepel stond ook de kijker opgesteld, die Buys Ballot bij zijn vijfentwintigjarig professoraat ten geschenke had gekregen, en die volgens professor Nolst Trénité altijd buiten bleef staan, wat wel voor de toenmalige veiligheid op het platteland pleit. Hij nam daarmede vooral zonnevlekken waar; bezoekers en buren moesten er de merkwaardige hemellichamen in bewonderen, o.a. Saturnus, wat een boerin eenmaal de uitroep deed slaken: ‘net een slabak!’ Ook na de koffie verdween Buys Ballot weer tot vijf uur naar de koepel. Veel brieven werden daar geschreven; het gebrekkige contact met het Meteorologisch Instituut verdroot hem wel eens. Zijn grote gastvrijheid kwam hier pas goed tot haar recht; altijd was het huis vol familie en vrienden en ieder van de kinderen had er een eigen vriend of vriendinnetje. Dikwijls waren er ook, die de boslucht hard nodig hadden. Een van degenen, die er van zijn twaalfde tot zijn vierentwintigste jaar iedere zomer logeerde, was de zoon van de Waalse predikant te Utrecht, de tegenwoordige professor Nolst Trénité. Dit valt echter pas in de tijd na het overlijden van de tweede vrouw. Onder de foto's en familiegroepen, die deze ons toonde, is er helaas geen, die een familiegroep op de Delle toont of een indruk geeft van woonhuis en koepel. Dikwijls werden bezoekers afgehaald met een rijtuigje aan het station Elburg. De weg vandaar liep door het kamp van Oldebroek. Herhaaldelijk kwamen officieren uit het kamp op bezoek, wat wellicht het huwelijk van een der dochters met een officier verklaart. Overigens waren de logé's meest dames, voor wie Buys Ballot altijd zeer hoffelijk was. Mejuffrouw Suermondt verhaalt van een logeetje, dat enigszins achterlijk was, en voor wie Buys Ballot eenvoudige raadseltjes bedacht, om haar genoegen te geven. Deze logé's konden zich vermaken met het croquetspel, dat opzij van | |
[pagina 51]
| |
het huis was opgesteld. Ook de jongste zoon hield daar veel van, en met genoegen zag de vader zijn vaardigheid, wanneer hij naar de koepel wandelde en een goede slag zag: ‘Nee maar, kijk toch eens Guussje!’ Van bijzondere sportiviteit van de vader wist professor Nolst Trénité niet te vertellen. Het was de oudste zoon, die ons mededeelde, dat hij op zijn zestigste jaar nog over drie stoelen sprong, om te demonstreren, dat dit niet zo lastig was! 's Avonds dronk men thee in een hut, als het weer het toeliet. Daarna ging Buys Ballot weer zitten lezen in de eetkamer op een gewone stoel aan tafel. Zo werd de literatuur bijgehouden, maar ook wel de fraaie letteren. 's Avonds om tien uur was er een broodje. Behalve met de buren en enkele officieren hield men ook conversatie met de burgemeester, de familie Rauwenhoff op Tongeren, en bezocht af en toe concerten te Epe.
Met deze schets van het familieleven op de Delle, die grotendeels betrekking heeft op de tijd na het overlijden van de tweede mevrouw Buys Ballot, hebben wij het familieleven in de huiselijke kring te Utrecht aangevuld. Gedeeltelijk heeft men daarin reeds een blik gekregen op Buys Ballot als mens. Wat zijn verhouding tot de maatschappij in het algemeen betreft, daarop komen wij in een afzonderlijk hoofdstuk terug. Hier is het de plaats, even een volledige opgave te geven van de kinderen uit de beide huwelijken, voor zover zij niet kort na de geboorte zijn overleden, met een zeer beknopte vermelding van hun levenslot.
Cornelis Sebastiaan. 22 November 1850-Juli 1928. Zoals wij reeds vermeldden, overleed zijn moeder 17 dagen na zijn geboorte. Hij studeerde in de beide rechten, vermoedelijk op wens van zijn grootvader van moeders zijde, en promoveerde 10 Juni 1874. Als rechterlijk ambtenaar in Nederlands Indië klom hij op tot lid van de Raad van Justitie te Batavia. Na zijn repatriëring, waar- | |
[pagina 52]
| |
schijnlijk in 1887, woonde hij een tijd lang te Bergen op Zoom. Hij bleef ongehuwd. Geertruida Antonia. 19 Mei 1858-October 1911. Bij het overlijden van haar moeder was zij een en twintig jaar; zij heeft toen moeders plaats ingenomen en haar vader bijgestaan tot zijn overlijden, toen zij twee en dertig was. Zij bleef ongehuwd. Martinus Quirinus. 23 Juli 1860-20 Januari 1947. Ging op zijn vijftiende jaar naar Breda, om opgeleid te worden tot officier der artillerie. Na zijn pensionnering werd hij burgemeester van Veere. Na het overlijden van zijn vader huwde hij en liet een dochter achter. Henriëtte Elisabeth. 10 Mei 1862-1938. Huwde in 1886 met Jacques Suermondt, officier der infanterie, die in 1930 overleed. Haar zes kinderen zijn, voor zover ons bekend, nog in leven. Na Henriëtte volgden twee kinderen, die kort na de geboorte overleden. August Christoffel. 16 November 1867-15 Juli 1936. Werd opgeleid voor de suikerindustrie en huwde in 1896 de dochter van een suikerfabrikant, Anna Emilia Sesse, die thans nog te Doorn woont. Haar zoon August Frederik Karel, de enige nog levende mannelijke afstammeling, is als apotheker verbonden aan de Veeartsenijkundige Hogeschool te Utrecht en aan het Gemeente Ziekenhuis aan de Bergweg te Rotterdam. |
|