'De briefwisseling Balthazar Huydecoper - Gerard Meerman en Huydecoper's onvoltooide voorrede tot de Rijmkroniek van Melis Stoke'
(1948)–Henri A. Ett– Auteursrecht onbekend
[pagina 135]
| |
my, tot mijn gebruik, toe te zenden, en betuig deswegen myne oprechte dankbaarheid; waarmede ik niet heb willen wachten tot morgen, vooral, om UWEG het ingeslooten bewys van den ontvang op zyn tyd, en volgends myn belofte, te doen toekomen. Dewyl UWEG my, in plaatse van 14 dagen, twee a drie maanden tyds gelieft toe te staan, heb ik die dagen of weeken niet bepaald doch ben van meening voor eerst niets te doen, voor ik het MS van den Egmonder doorsnuffeld, en al wat ik uit hem aangehaald heb, naauwkeurig vergeleeken zal hebben. Aan de overigen, schoonze my zeer aangenaam zyn, zal ik waarschynlyk zo veel tyds niet besteeden. Wegens de Uitgaave van M Stoke kan ik noch niets bepaalen. Ik verlang 'er zeer naar; en hoope dat het in den aanstaanden zomer zal konnen lukken. doch dat zal afhangen van den staat myner gezondheid in het overige van deezen winter. Grooten dank hebbe UWEG ook voor de communicatie van den waaren Autheur der kronyk op den naam van Klaas Kolyn uitgegeeven. Zo 't mogelyk was, wenschte ik 'er zo veel zekerheid van te krygen, dat ik hem openlyk mogt noemen. Ik heb de eere my met alle veneratie te noemen WelEdele Gestrenge Heer UWEG. Onderdaanige en Gehoorzaame Dienaar
B. HUYDECOPER
Amsterdm 15 Nov. 1764.
Origineel in het Museum Meermanno-Westreenianum. (S. 113 Portef. 10). |
|