Gezangboek voor vrijmetselaaren

[p. 308]

Ten feestdage van S^t. Jan.

Air: Ohne Liebe, und ohne Wein!

Juigcht, o Broedere! aan den disch,

Metslaarij geheiligd,

En wilt in dit oogenblik,

Voor den nijd beveiligd,

Vergenoegd en blijd van geest

Dankbaarlijk gedenken

Aan den Heilig van dit Feest,

Hem den eerwijn schenken.

[p. 309]

 

Hulde zijn gedachtenis

 

Brenge elks dankbaar harte!

 

Volgende zijn voorbeeld na:

 

Dat vooroordeel tartte.

 

Deugd, door wijsheid voorgelicht,

 

Doe ons 't spoor betreden

 

Dat zij zelf heeft ingericht

 

Naar de lijn der reden.

 

 

 

Laat ons in deez' blijden stond

 

Gulle vreugde smaaken;

 

Aan deez' disch door matigheid

 

Allen zien bewaaken.

 

Laat geen heilloos naberouw,

 

Stof tot wroeging geeven;

 

Altijd vloeije, in kalme rust,

 

't Leven van ons leven.

[p. 310]

 

Lost, ô Broedren! het geschut;

 

Op den bloei der Orde:

 

Wenscht dat, door een wijs bestuur,

 

Die bevorderd worde:

 

Dat deez' Broederschap, getrouw,

 

Hier te samen koome;

 

Elk den geest der Orde kenn',

 

En haar heil hier stroome.