Gezangboek voor vrijmetselaaren

[p. 294]

Ten feestdage van S^t. Jan.

Air: Allons enfans de la patrie.

Verlichte Vrije-Metselaaren!

Een feestdag noopt u tot gezang;

Paart des de stem aan luit en snaaren:

Dat prijs den dank, verëend, vervang'!

Sint Jan, der Orde groote Heilig,

Het voorwerp van uw' lof en lied,

De vroome, dien ge uwe offers biedt,

Waart om u heên, houdt u hier veilig;

Weläan dan, Broederschaar! verhef, met hart en mond,
Den naam, den roem van 't Hoofd van ons gewijd Verbond.

[p. 295]

 

Vergoodde! door uw' geest gedreeven,

 

Van uwe liefde in 't hart vervuld,

 

Wil elk van ons uw leer beleeven;

 

Verguizing lijden met geduld:

 

In menschenliefde wellust smaaken;

 

Herbergend zelf den vreemdeling

 

In den gastvrijen Broederkring:

 

Gelukkigst in gelukkig maaken;

 

Weläan des, Broederschaar! verhef, met hart en mond,

 

De ziel, de daên van 't Hoofd van ons gewijd Verbond.

 

 

 

ô Zalige! in het licht gezeten,

 

Voor 't aardsch gezicht te groot, te sterk;

 

Geen oog kan uwe grootheid meeten:

 

Geen oog, dat niet dring' door het zwerk.

 

Dan, zacht! een wolkenlucht drijft heenen.

 

Wij zien u, wandlend in dat licht;

 

Maar dekken, staarend, het gezicht.

 

Eén straal toch durven we u ontleenen

 

Voor 't waardig hoofd van hem, die ons, met pen of mond,

 

Uw beeld, uw geest vertoone, ô Hoofd van ons Verbond!