Gezangboek voor vrijmetselaaren

[p. 285]

Bij de opening eener meester-loge.

Air: Zie verzam. van melod.

Zijt gegroet, Vrij-Metselaaren,
Bij dit graf waar wij vergaâren!

't Roept ons toe: ‘houdt moedig stand!’

't Noodigt ons tot groote daden,
En wijst ons op lauwerbladen,

Groenende om den Broederband.

Meesters, ja, gij zijt verkoren
Om den dooden mond te hooren;

't Woord te ontvangen op dit graf.

Kom dit heiligdom dan nader;
Hoor de roepstem van uw' Vader;

Schudt uw kluisters moedig af!

[p. 286]

 

Wijslijk waarheid te verbreiden,

 

Lijdzaam dwalenden te leiden,

 

Wordt in dezen stond uw pligt.

 

't Is thands nacht in onzen Tempel;

 

Staat dus waakzaam op zijn' drempel;

 

Wacht, al wakende, het licht!

 

 

 

't Licht, dat doel waarnaar wij streven,

 

Zelfs langs nare en sombre dreven,

 

Waar de donkerheid gebiedt:

 

Uwe deugd zij zoo verheven,

 

Dat ze aan de eindpaal van uw leven

 

Nog de schoonste stralen schiet.

 

 

 

Sterft als Vrije - Metselaaren.

 

Als we ons om uw grafzerk scharen

 

Roepe uw geest: ‘houdt moedig stand!’

 

Spoor ons dan tot groote daden;

 

Toon ons dan uw lauwerbladen,

 

Groenende om den Broederband.