Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 283] [p. 283] Bij het graf eens broeders. Air: Je l'ai planté, je l'ai vû naître. Wij zien het vredetakjen bloeijen Dat uwe Broeders op uw graf, In stillen weemoed zagen groeijen. Haast plukken wij 'er 't bloempjen af. Rust zacht: gij hebt uw' strijd gestreden; Gij waart getrouw tot in den dood. De zaak, waar voor gij hebt geleden, Was als uw geest, verheven, groot. [pagina 284] [p. 284] Die geest moet eindloos voorwaards streven: Hij kan in de aarde niet vergaan. De dood schenkt u een hooger leven: Daar breekt een schooner morgen aan. De toekomst, die gij ons deed naadren, Zweeft in een zaliger verschiet. Zie, hoe wij bij uw graf vergaadren: Rust, Broeder; maar verlaat ons niet. Zie met een lachjen op ons neder, Uit een volmaakter, schooner oord. ô Ja, wij zien u eenmaal weder! ‘De toekomst’ is het Broeder-woord. Vorige Volgende