Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 174] [p. 174] Tot sluiting eener loge. Air: Zie verzam. van melod. ô Heldere star, die de stralen Der zon in het westen ziet dalen, Gij kondigt den vallenden nacht. Nu daalt gij als Hesperus neder, Dan rijst gij als Lucifer weder, Wanneer gij den dageraad wacht. ô Nacht, met uw vriendlijke blikken Zuit ge ons bij den arbeid verkwikken. Omkleed met uw schittrend gewaad, ô Nacht! de geheimen der Orden Wil gij met uw' sluijer omgorden: Uw schemering dekk' haar gelaat! [pagina 175] [p. 175] Laat uwe bespiedende blikken, Het schuilende misdrijf verschrikken. Doch sla op ons poogen uw oog. Wij varen, om 't licht te begroeten, En 't schijnzel der dagtoorts te ontmoeten, In donkere wolken omhoog. Vriendin, uw vertederend donker, Uw troostelijk sterrengeflonker Is stil, geheimzinnig als wij, Wij leenigen stugge gemoedren, En stemmen de harten der Broedren Tot kalmte en tot rust gelijk gij. Maar wil aan den nijd niet verheelen Wat ware genoegens wij deelen, Wanneer uwe sluijer ons dekt; Hoe ons, in vriendschaplijke zalen, De nektar in Broeder-pokalen Tot hooger bedoelingen wekt. Vorige Volgende