Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] Na de aanneeming van leerlingen. Air: Jadis un célèbre Empereur. Toen, in der tijden zwarten nacht, De Wijsheid, met haar heldre stralen En haar oorspronkelijke Kracht, Nog niet op de aard dorst nederdalen; Wierd zij door Schoonheid voortgeleid, } bis. Maar in het kleed der donkerheid. } Zwart was de grond van haar gewaad; En, met een' sluijer voor hare oogen, Hield zij haar goddelijk gelaat In stille kwijning neêrgebogen. ‘Ach, riep zij uit, zal hier, voortäan, } bis. Mijn tempel en mijn outer staan! } [pagina 136] [p. 136] Ach! waaröm voert ge me in dit oord, Waar ik als balling om moet zwerven, Waar mijne stem niet wordt gehoord, Waar ik mijn eigen licht moet derven?’ ‘Ei! sprak de Schoonheid, laat de schijn, } bis. Dien ik u leende, uw dekkleed zijn. } Houd slechts uw' winkelhaak voorüit; Maar uwen passer in 't verborgen. Volg mijn harmoniesch maatgeluid. Laat mij voor 't overige zorgen; En wees verzekerd, dat voortäan } bis. De wereld u niet zal weêrstaan. } Ziet gij die gindsche Broederschaar? Elk haarer eert u in gedachten En staat verëenigd voor 't altaar Reikhalzende op uw komst te wachten. Dat u deze Orde heilig zij: } bis. Haar naam is Vrije Metslarij.’ } [pagina 137] [p. 137] Ziet, Broeders! hoe, in d'ouden tijd; Uw heilige Orde wierd geboren! Zorgt slechts, door arbeid, trouw en vlijt, Dat nooit haar oorsprong ga verloren! Zoo Wijsheid bij u word, geächt, } bis. Voegt dan bij Schoonheid uwe Kracht. } Volgt, aardsche magten, volgt ens spoor, En zijt beschermers onzer Orde: Dringt zelf in haar geheimen door; Dat zij der troonen steunzel worde! Zij vormt en vorst en onderdaan: } bis. Neemt dan haar heilig schootsvel aan. } Gij, die het licht der menschheid zijt, Geleerden! volgt ons: dat uw poogen Ook aan onze Orde zij gewijd! Schenkt aan haar strekking uw vermogen! Wijsgeeren! offert haar voertäan, } bis. En neemt ons heilig schootsvel aan! } [pagina 138] [p. 138] Gij, die de schoone konsten mint, Brengt hier uw lier en uw penceelen, Blijft voor ons licht niet langer blind; Komt in het doel der Schoonheid deelen. Zij deed de Wijsheid herwaards gaan, } bis. Neemt dan ons heilig schootsvel aan! } Gij, die door nutte werkzaamheid, De voeders zijt der maatschappijën; Ziet hier een korf voor u bereid: Onze Orde roept u, nijvre bijën! Stort hier uw honig; gordt voortäan } bis. Bij ons het heilig schootsvel aan. } En gij, die in uw' dienst, uw trouw Aan uwe Meesters hebt doen blijken, Komt ook bij onzen tempelbouw: Gij arbeidt hier voor uws gelijken. Gij zult aan onze zijde staan; } bis. Maar met het heilig schootsvel aan. } Vorige Volgende