Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Voor den gedeputeerden nationaalen grootmeester. Air: Allons enfans de la patrie. Dat de Opperbouwheer uwe dagen, ô Zon, die ons in 't Oosten licht! Verlenge naar zijn welbehagen, Ons oog steeds op u houd' gericht: Blijf lang der wijsheids - tempel stichten! De Star, die altijd glansrijk schijnt, Waar voor der domheids nagt verdwijnt, Moete eens gantsch Nederland verlichten. Triumf, ô Broeders! juigcht, dat edel slonkerlicht Blijv' steeds, blijv' steeds, een baak voor ons verblijd gezicht. [pagina 119] [p. 119] Uw dagen vloeijen blijd daar heenen, In stille kalmte, rustig voort. Waar Vrije - Metslaars zig verëenen Dáár worde alöm uw roem gehoord: Uw roem; die sinds zo veele jaaren, Door Nederlands Gemeenebest, Zoo groot, zoo heilrijk is gevest Op onverwrikbre steunpijlaaren: Die roem, die nijd en tijd en dood en graf hraveert, Worde eens, worde eens, met recht, in dien u volgt, geëerd. Doe vaak ons 't Metslaars - werk verrigten In uwe tegenwoordigheid; Zoo leert men de edelste aller pligten, Waar zich uw helder licht verspreidt. Kan 't werk uw kundig oog behaagen, Dan durven wij, op 't hoogst vernoegd, Gelijk 't leergraage Metslaars voegt, Uw oordeel en uwe uitspraak vraagen. - Gij weigert ons die niet; lacht reeds ons vrolijk aan. Triumf, onze ijver heeft, ô Meester! u voldaan! Vorige Volgende