Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Lofwaardige eerzucht. Air: Une maîtresse qu'on estime. Niets is 'er, dat het vergenoegen Des Vrijen - Metslaars evenäart, Wanneer hij, in den rei der Broedren, Zich met hen om hun outer schaart! De vriendschap is 't, die, van alle oorden, De Broedren juigchend samen brengt, En lieve eenstemmigheid en blijdschap Ook in hunn' vreugdenbeker mengt! [pagina 80] [p. 80] De maatigheid beheerscht hunn' feesten: Geen zwelgerij ontsiert die ooit. Geen wuft gesnap; maar rede en wijsheid Is wat elks wil doelmaatig plooit! Hier vindt de broedertrouw haar zetel, Door 's Metslaars eigen hand geftigt, Op 't diepst geheim, op deugd, op braafheid, Die voor verraad, noch laster zwigt! Dan, wen, ô ongewijde schaare, Ooit ons geheim uw' weetlust wekt, Spoed herwaards, waar de hand eens Broeders Den blinddoek u van de oogen trekt! Hier moet de duisternis verdwijnen, Waarmeê de domheid de aarde omgeeft, Daar 't waar geluk, die hemel - weelde, U lagchend ten gemoete zweeft. [pagina 81] [p. 81] Vergeefs is 't, dat een drom van dwaazen Onze Orde laak', beschimp', verächt', Daar 's Metslaars hart, der deugd geheiligd, ô Driestheid! om uw woeden lagcht. Hij ziet haar in het donker doolen, Een' ongebaanden weg betreên; Dan, staâg richt gij, ô rede, ô wijsheid, Op 't pad der waarheid onze schreên! Dat wij dus snoodheid stout trotseeren! Verheven boven haar geweld, Zien we alles, wat ons heil wil stooren, Voor onze voeten neêrgeveld! Laat ons elk' een' tot zwijgen dwingen, Die ons ontëert, door lastertaal; En doet hem onze deugd verstommen; Waar is dan grootscher zegepraal? [pagina 82] [p. 82] De Loge is wél gedekt: geen regen Daalt immer daarïn op ons neêr. 't Is de ijver dezer Broederschaare. Die, al, wat hindert, van ons weêr'! Welaan, dat we onzen taak volënden! Rust doet na werk het meeste goed, En geeft, om ijvrig voordtevaaren, En nieuwe kragt en verschon moed! Vorige Volgende