Gezangboek voor vrijmetselaaren

[p. 66]

Na het openen der loge.

Air: Zie verzam. van melod.

Broeders, de Orde roept ons weder:

Breekt de burgt der ondeugd af!

Werpt haar nachtgebouw ter neder.

Onder 't puin vind' zij haar graf!

Drukt op iedren steen uw' stempel,

En verbreidt uw werk alöm:

Bouwt der deugd een heiligdom

En der Broederschap een' tempel.

[p. 67]

 

Brengt gewijde kalk en steenen,

 

Wijsheid, moed, standvastigheid.

 

Waar gij 't ongeluk ziet weenen,

 

Weest aldaar tot hulp bereid.

 

Snelt ten arbeid, waardste panden,

 

Toont dat gij Vrij-Metslaars zijt,

 

Door uw' ijver, door uw vlijt;

 

En klapt juigchend in de handen.

 

 

 

Oefent steeds uw staarende oogen

 

In 't voltrekken van den bouw.

 

Weest volijvrig, opgetogen,

 

Waakzaam, zoekend en getrouw!

 

Toetst uw' arbeid aan de werken

 

Van den Bouwheer van 't heeläl!

 

Hij, die nimmer wanklen zal,

 

Wille u door zijn' geest versterken!