Gezangboek voor vrijmetselaaren

[p. 24]

Kracht der orde.

Air: La Carmagnole.

Dat volk bij volk der Metslaarij,
Verrukt, zijn stoutste zangen wij'!
Dat volk bij volk der Metslaarij,
Verrukt, zijn stoutste zangen wij'!

Zij boeit de smart en druk,

En vormt ons tot geluk.

Zij heest ons aller harten

Te saêm geboeid,

Te saêm geboeid.

Zij heeft ons aller harten,

Te saêm geboeid,

Voor deugd ontgloeid!

[p. 25]

 

Nooit zag, in eenen broederkring,

 

Het oog van eenig sterveling,

 

Nooit zag, in eenen broederkring,

 

Het oog van eenig sterveling,

 

Zulk een verscheidenheid

 

Van vreugd ten toon gespreid.

 

ô Braave Metselaaren!

 

Op deugd en trouw,

 

Op deugd en trouw,

 

ô Braave Metselaaren!

 

Op deugd en trouw

 

Rust uw gebouw!

 

 

 

Wat vreugd verrukt elk' Broeder niet,

 

Wen hij de Loge samen ziet!

 

Wat vreugd verrukt elk' Broeder niet,

 

Wen hij de Loge samen ziet!

 

Onze arbeid schenkt ons eer,

 

Verhoogt ons meer en meer.

 

Geen laagheid doe ons bloozen!

 

Steeds blijven wij,

 

Steeds blijven wij,

 

Geen laagheid doe ons bloozen!

 

Steeds blijven wij

 

En groot en vrij!

[p. 26]

 

Dat vrij de dwaasheid schimpe en smaal',

 

Ons hoone met haar lastertaal!

 

Dat wrij de dwaasheid schimpe en smaal',

 

Ons hoone met haar lastertaal!

 

Hoe ook de driestheid woel,

 

Groot, edel is ons doel!

 

Laat ons dat woên belagchen,

 

In 't schuldloos hart,

 

In 't schuldloos hart,

 

Laat ons dat woên belagchen,

 

In 't schuldloos hart,

 

Dat boosheid tart!

 

 

 

Steeds was de Metslaar waarlijk vrij,

 

ô Dat hij dit bestendig zij!

 

Steeds was de Metslaar waarlijk vrij,

 

ô Dat hij dit bestendig zij!

 

Hij blijv', hoe 't al verkeer',

 

Staâg groot, gelijk welëer,

 

Doer alle wentlende eeuwen! -

 

Zijn roem sta pal,

 

Zijn roem sta pal,

 

Door alle wentlende eeuwen!

 

Zijn toem sta pal,

 

Tot 's waerelds val!