Gezangboek voor vrijmetselaaren(1806)–Jan Steven van Esveldt Holtrop, Willem Holtrop– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] Lof der orde. Air: Quels accents, quels transports. Dat al, wat leeft, den roem der Metslaarij doe rijzen; Dat haar van oord tot oord der volken zangen prijzen, Waar Afrikaan en moor en wester Indiaan De zon zien op- en ondergaan. bis. Ja, Salomo, wiens roem alle eeuwen zal verduuren, Was 't, die der Metslaarij, op onverwrikbre muuren, Welëer met eigen hand een tempel heeft gestigt. Die voor geen ommezwaai van tijd of jaaren zwigt. [pagina 22] [p. 22] Het hemelhoog gevaart, met wolk bij wolk omgeven, De tempeltrans, wiens spits wij tot aan 't zwerk zien streeven, Elke eerezuil, en naald, op 't wisstend waereldrond. Is all' door onze kunst gegrond, bis. Dat heel het menschdom dus onze Orde eenmaal verëere, En in een loovend lied den laatsten broeder leere, Welk eene broederschap de Vrije Metslaarij, Hoe edel-schoon haar doel, hoe groot haar invloed zij! Waar ooit behoeftigheid een bangen traan laat vloeijen; Daar doet de menschenmin ons aller harten gloeijen. De schaamle wordt gekleed, de hongrige gevoed, Geduld geleerd in tegenspoed! bis. Lieve eendragt bindt ons saêm met onverbreekbre banden, En vriendschap-zelf verëent der Broedren hart en handen! Vrij-Metslaarij zelf rust op 't zaligste verbond, Ooit door de deugd gevormd op 't gantsche waereldrond! [pagina 23] [p. 23] Dat dus heel de aard den roem der Metslaarij doe rijzen, De volkeren, verëend, haar zagten invloed prijzen. Waar zij de dagbodin op haare ruime baan, Met glans, zien op- en ondergaan! bis. Haar heilig tempelkoor, dat de eeuwen zal verduuren, Heest de Opperbouwheer zelf, op onverwrikbre muuren, In 's aardrijks ugtendstond met eigen hand gestigt: Het tart der eeuwen zwaai, als naald of praalboog zwigt. Vorige Volgende