met schrijven als artist. Het is zeker, dat in Nederland 9/10 moest uitscheiden met schrijven. Dit zou veel voordeel opleveren, want wij zouden onzen tijd niet behoeven te besteden aan middelmatige litteratuur en meer vreugde hebben van het goede. Eene kleine, zorgvuldig gekozen bibliotheek zou volkomen in onze behoefte aan intellectueele schoonheid voorzien.
Roosdorp mag met satisfactie op zijn bundel kijken, want hij heeft over zijn onderwerp het beste geleverd, wat er in onze litteratuur is.
Ik neem maar iets op goed geluk af uit zijn bladzijden:
Een klein boerenjongetje staat bij een stadsmeisje.
‘Hij werd weer stil en zag met starre boerenblik Mie in het slim gezicht. Ze lachte er om en bedacht wat ze daarop zeggen moest.
Heb je veel vriendjes,’ vroeg ze maar.
‘Nee, ik niet, hoor!’
‘Ik wel honderd.’
‘Wat mot je daar mêe doen?’
‘Nou, spele en pret maken. Wil je strakkies een beetje meedoen? Wat heerlijk, hoor!’
‘Och ja.....’
‘Hij draaide weer en ging nu sterk en strak haar in 't ouwelijk gezichtje kijken.
Laat je tanden es zien,’ zei hij kortaf.
‘Mie trok haar dunne lipjes op en liet hem zien op een rij gebroken en vergeelde puntjes.
Mijne zijn veel mooier, hoor!’