2973 Van Jacopo Sadoleto
Carpentras, 1 november 1534
Jacopo Sadoleto, bisschop van Carpentras, aan Desiderius Erasmus van Rotterdam, hartelijk gegroet
Al lange tijd heb ik niets over je vernomen, zelfs niet bij gerucht. Als je in dezelfde omgeving verblijft als gewoonlijk en je gezondheid goed is, zoals ik stellig wens en hoop, verbaast me dit toch enigszins, want voor iemand die zo beroemd is en zoveel schrijft is zo'n stilte ongebruikelijk. We hebben inderdaad na dat boek van jou over de kerkelijke eendracht niets anders ontvangen dat door Erasmus was geschreven. Daarom is bij ons het vermoeden opgekomen dat je ofwel misschien problemen hebt met je gezondheid, ofwel naar je landgenoten in de Nederlanden bent vertrokken. Want in de brief die je me het laatst hebt geschreven,Ga naar voetnoot1. leek je erop te zinspelen dat je dit van plan was. Als het zo is, beste Erasmus, breng me dan alsjeblieft op de hoogte van jouw hele situatie, want ik verkeer in onzekerheid zolang ik geen onbetwijfelbaar bericht over je heb; jouw welzijn en rust gaan mij immers bijzonder ter harte.
De fortuin heeft ons niet gegeven dat wij in dezelfde omgeving wonen, wat volgens mij voor ons beiden bijzonder gewenst was geweest, in elk geval voor mij. Ik had dan immers al mijn opvattingen en gedachten openhartiger en duidelijker voor je kunnen uiteenzetten. Maar nu dit zich niet heeft voorgedaan en wij niet op gedane zaken moeten terugkomen, zoals het heet,Ga naar voetnoot2. heeft de deugd ons in elk geval harten gegeven die overeenstemmen in hun genegenheid. Daarin overtref je mij ruimschoots, maar mijn taak is groter, omdat ik een zeer groot man vereer en bemin. Ik vraag je dan ook met klem bij gelegenheid te schrijven over alles wat je aangaat, als aan een man die jou bij uitstek de meest vriendschappelijke gevoelens toedraagt.
Mijn commentaren op Paulus zijn voltooid; ik denk er dan ook over ze binnenkort uit te geven.Ga naar voetnoot3. Hierbij ben ik ten zeerste geholpen door die correcties van je, die je in het eerste boek hebt aangebracht. Ik zou willen dat je dat ook voor de andere boeken had gedaan, dat zou me buitengewoon van pas zijn gekomen. Maar door ons te scheiden heeft de fortuin me velerlei gro-