2970 Aan Philipp Melanchthon
Freiburg, 6 oktober 1534
Erasmus van Rotterdam aan Philipp Melanchthon, hartelijk gegroet
Jouw briefGa naar voetnoot1. en die van je gastGa naar voetnoot2. hebben mij pas laat bereikt door de onachtzaamheid van degene aan wie je die had toevertrouwd. Damião de Gois was al vier dagen hiervandaan vertrokken maar stuurde even later een van zijn assistenten,Ga naar voetnoot3. die in Baden ziek was geworden, van de reis naar ons terug, samen met iemand uit Savoie die was ingehuurd om hem te begeleiden. Via de laatste, die spoedig terugkeerde, stuurde ik Damião de brief van jou en je gast door. Maar nadat hij nog maar juist was vertrokken, keerde Damião zelf terug uit bezorgdheid voor zijn assistent. Aan hem gaf ik jouw briefGa naar voetnoot4. aan mij, waaruit hij de hele zaak begreep. Nadat hij weer van ons was weggegaan, kreeg hij in Schaffhausen van de genoemde man uit Savoie jouw brief; nadien heb ik geen enkele brief van hem gekregen, maar ik denk dat hij inmiddels in Italië is.
Giambattista Egnazio heeft Georgius Sabinus, die je deze brief bezorgt, in een zorgvuldig geredigeerde brief zo aangeprezen dat hij nooit eerder over enig onderwerp met meer nauwgezetheid heeft geschreven. De jongeman geeft inderdaad blijk van hoogstaande gaven wat betreft karakter en talent, zodat verwacht mag worden dat hij eens een groot sieraad voor Duitsland zal zijn.
Over Luther zal ik nu niets schrijven, behalve dat het me verbaast dat hij op instigatie van Amsdorf, naar ik hoor een weinig ontwikkeld en dwaas man, zo tegen mij van leer is getrokken, en dat hij me zaken voor de voeten werpt waarvan - ook zonder dat ik iets heb geantwoord - uit mijn geschriften blijkt dat ze volstrekt ongegrond zijn. Het ontbrak me niet aan pijlen op mijn boog en evenmin aan mensen die me aanmoedigden zeer scherp te antwoorden, maar ik wilde liever doen wat de goedkeuring van goede en geleerde mensen verdient. Die brief van hem heeft mijn reputatie niet geschaad; in hoeverre die zijn zaak ten goede is gekomen, weet ik niet. Ambrosius Pelargus heeft een boek tegen de wederdopers geschrevenGa naar voetnoot5. waarin hij dikwijls uithaalt naar Luther en jou, met vermelding van jullie namen, op nogal venij-