2966a Van Bonifacius Amerbach
Bazel, 2 september 1534
In de uitgave van Allen is een ongedateerde versie van deze brief opgenomen onder nummer 2931. Een gedateerde en sterk afwijkende versie is nadien ontdekt en uitgegeven in Alfred Hartmann, Die Amerbachkorrespondenz, deel 4 (Bazel, 1953), nummer 1855. De vertaling volgt deze laatste tekst.
Hartelijk gegroet. Omstreeks deze beurs verwachtte ik een brief van Sadoleto, maar ik ben in mijn hoop bedrogen. Ik zou ook zelf bijna gaan denken dat hij aanstoot heeft genomen aan jouw vriendelijke aansporing, ware het niet dat zowel de aan iedereen bekende oprechtheid van de man als het feit dat hij zo nadrukkelijk jouw oordeel heeft gevraagd, mij geen enkele reden geeft bij voorbaat een dergelijke verdenking te koesteren. Ik wijt daarom alles aan de onbetrouwbaarheid en de slordigheid van de boden die dikwijls brieven van goede mensen slecht behandelen, om nog te zwijgen van het drietalencollege dat hij, naar sommige mensen verkondigen, nu in Carpentras opricht.Ga naar voetnoot1. Hij zal, denk ik, binnenkort zijn langdurig stilzwijgen goedmaken en met zijn zeergeleerde brief elke verdenking, als die opgekomen mocht zijn, bij de wortel wegenemen.
Van SigismundGa naar voetnoot2. heb ik begrepen dat je in goede gezondheid verkeert, wat voor mij bijzonder aangenaam was om te horen. Christus geve dat je zo lang mogelijk kunt beschikken over de best denkbare gezondheid. Voor de vriendelijkheid waarmee je mij voortdurend op vele manieren je genegenheid toont, zeg ik je dank, en wel allerhartelijkst. Een voorbeeld daarvan heb je opnieuw gegeven toen je mij laatst een gesprek met jou waard hebt geacht en gastrecht [hebt verleend]. Wat zou ik graag ooit iemand zijn die hetzelfde kan doen. De wil daartoe ontbreekt nooit, God sta me bij. Als ik dat niet in werkelijkheid met daden kan volbrengen, omdat jij zo groot bent dat mijn pogingen daartoe ontoereikend zijn, verdient de poging toch lof, aangezien het ook in belangrijke zaken voldoende is tenminste te hebben gewild, zoals de dichter zegt.Ga naar voetnoot3.
Deze jongen ben ik door een gelukkig toeval tegen het lijf gelopen toen ik het huis van HieronymusGa naar voetnoot4. binnenging. Ik wilde niet laten gebeuren dat hij zou vertrekken zonder een brief van mij die mijn gevoelens voor je uitdrukt, al ben ik vol goede hoop dat jij geen enkele twijfel hebt aan mijn achting jegens jou.
Het ga je goed, hooggeachte Erasmus. Te Bazel, 2 september in het jaar 1534