De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2871 Van Giambattista Egnazio
| |
[pagina 204]
| |
reld was gebracht, toch had dit jou, in je lichamelijke zwakte en met al het werk waardoor je van alle kanten in beslag wordt genomen, zoals elk mens op enig ogenblik kunnen overkomen, vooral nu de dood zich sinds lange tijd juist de voortreffelijkste mensen toe-eigent. Maar de hoog gerezen zorgen om dit alles verjoeg Viglius moeiteloos uit mijn gemoed; hij verzekerde mij dat je in goede gezondheid verkeerde en je geheel aan de letteren gaf. Ik sloot de man in mijn hart, zowel vanwege zijn voortreffelijke inborst als omdat ik hem ken als jouw beste vriend, en ik heb hem nooit enige dienst geweigerd, zoals de AttischeGa naar voetnoot2. bode voor jou kan getuigen. Kwamen er maar vaker zulke mensen bij mij langs! Want elke keer dat iemand namens jou zijn opwachting maakt, zal ik me niet onbetuigd laten. Wat de Griekse uitgave van Basilius betreft, ben ik je buitengewoon dankbaar voor je uitstekende voornemen. Ik hoop je in de toekomst mijn dank in gelijke mate en nog sterker te betuigen, als ik dat tenminste zal kunnen. Je moet alleen weten dat Cyprius behalve je briefGa naar voetnoot3. geen uitgave van Basilius aan me heeft gegeven. Onze vrienden Torresani,Ga naar voetnoot4. die zich in het zweet werken voor het herstel van de letteren, doen je de hartelijke groeten. Ze zijn begonnen aan een Griekse uitgave van Themistius;Ga naar voetnoot5. zodra die is voltooid, zal ik je die toesturen. Het ga je goed, allerbeste Erasmus, en doe van mij de groeten aan je geleerde makkers daarginds. Venetië, in de drukkerij van Aldo,Ga naar voetnoot6. met haastige pen, terwijl Viglius aandringt, de reishoed al bijna op zijn hoofd, 13 oktober 1533 Egnazio |
|